Paragraaf 8.3 - Je bloed vervoert

8.3 Je bloed vervoert
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

8.3 Je bloed vervoert
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.

Slide 1 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
Hoe vervoert het bloed stoffen?

  1. Vervoer via bloedplasma
    - bloedplasma > waterig deel van je bloed
    - vervoert bijna alle stoffen in je lichaam
    - zoals glucose, vitaminen, mineralen, hormonen,
    antistoffen en afvalstoffen zoals koolstofdioxide.
  2. Vervoer via rode bloedcellen
    - rode bloedcellen > geven bloed rode kleur > door rode kleurstof hemoglobine
    - vervoeren (deeltjes) zuurstof met behulp van hemoglobine



Slide 2 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
  • Wat? Maken 8.3 – Opdracht 1 t/m 6
  • Hoe? Blz. 86 t/m 87
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 6 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 3 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt drie soorten bloedvaten met hun kenmerken opnoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe stoffen vanuit het bloed bij je cellen komen.

Slide 4 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
Door welke bloedvaten stroomt bloed?

  • Slagaders

  • Haarvaten

  • Aders


Slide 5 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
Slagaders

  • Vanaf het hart bloed naar alle organen
  • Grootste slagader is de aorta, daarna vertakken slagaders naar elk orgaan
  • Zijn genoemd naar organen waar ze naar toe lopen
  • Dik gespierde wand, kloppen mee met hartslag, bloeddruk is hoog (bloed stroomt snel)

Slide 6 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
Haarvaten

  • Bevinden zich in de organen, bijna alle cellen liggen in de buurt van een haarvat
  • Wand is heel erg dun, bloeddruk laag (bloed stroomt langzaam)
  • Hier vind uitwisseling van stoffen plaats (zuurstof en voedingsstoffen cellen in, koolstofdioxide en afvalstoffen cellen uit)

Slide 7 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
Aders

  • Haarvaten komen bij elkaar in aders
  • Van organen af terug naar het hart, zijn vernoemd naar orgaan waar ze vanaf lopen
  • Bevatten kleppen, die zorgen ervoor dat bloed niet terug kan stromen
  • Alle aders komen samen in twee grote aders: de holle aders
  • Dunne slappe wand, bloeddruk laag (bloed stroomt heel langzaam)

Slide 8 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
Hoe komen stoffen bij je cellen?

  • Opname van stoffen
  1. Glucose en zuurstof gaan vanuit het bloedplasma in de haarvaten naar de weefselvloeistof tussen de cellen
  2. Glucose en zuurstof worden vanuit de weefselvloeistof opgenomen in de cellen
  • Afgifte van stoffen
  1. De cellen geven koolstofdioxide en andere afvalstoffen af aan de weefselvloeistof tussen de cellen
  2. Koolstofdioxide en andere afvalstoffen gaan met de weefselvloeistof terug naar het bloedplasma in een haarvat


Slide 9 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
  • Wat? Maken 8.3 – Opdracht 7 t/m 13
  • Hoe? Blz. 88 t/m 91
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 7 t/m 13 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 10 - Slide