Rekonomie havo H2 en H3

Bespreken opdrachten
2.5 / 2.6 / 2.7 / 2.8 / 
2.11 / 2.12 / 2.13 / 2.15
2.17 / 2.18
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bespreken opdrachten
2.5 / 2.6 / 2.7 / 2.8 / 
2.11 / 2.12 / 2.13 / 2.15
2.17 / 2.18

Slide 1 - Slide

Rekonomie H3 Leerdoelen
Indexcijfers
 Je weet wat er wordt bedoeld met een indexcijfer en het basisjaar.

 Je kunt diverse berekeningen uitvoeren met indexcijfers, zoals waarden omzetten in indexcijfers en verleggen van het basisjaar.

 Je kent de begrippen omzet, prijs en afzet en kan hier (o.a. met indexcijfers) diverse berekeningen mee maken.

Slide 2 - Slide

Indexcijfers
We gebruiken indexcijfers om de (relatieve) verandering ten opzichte van het basisjaar te laten zien. Het basisjaar is het jaar waarmee we alles vergelijken. Deze stellen we altijd op 100.

Formule: 
indexcijfer grootheid A =   waarde A in jaar .....    x 100
                                                      waarde A in basisjaar


Slide 3 - Slide

In 2018 is het nationaal inkomen € 500 miljard. In 2019 bedraagt het nationaal inkomen € 550 miljard.
Wat is het indexcijfer voor 2019?
A
115
B
110
C
105

Slide 4 - Quiz

In 2018 is het nationaal inkomen € 500 miljard. In 2020 bedraagt het nationaal inkomen € 575 miljard.
Wat is het indexcijfer voor 2020?
A
115
B
110
C
105

Slide 5 - Quiz

Tabel indexcijfers
2018
2019
2020
100
110
115
  • Hoeveel procent is het nationaal inkomen in 2019 gestegen t.o.v. 2018?
  • 10%
  • Hoeveel procent is het nationaal inkomen in 2020 gestegen t.o.v. 2018?

Slide 6 - Slide

Tabel indexcijfers
2018
2019
2020
100
110
115
  • 15%
  • Hoeveel procent is het nationaal inkomen in 2020 gestegen t.o.v. 2019?
  • (nieuw - oud) / oud x 100% = .......%
  • (115 - 110) / 110 x 100% = 4,5%

Slide 7 - Slide

En nu: andersom
Van indexcijfer naar getal

In 2020 is het inkomen: € 55.000
Het indexcijfer voor 2020 is 110, met het jaar 2019 als basis.

Hoe hoog was het inkomen dan in 2019?

Slide 8 - Slide

Maak er een kruistabel van!
€ 55.000 = 110
2019 = 100

(€ 55.000 / 110)*100 = € 50.000



Slide 9 - Slide

Terugkomen op leerdoelen H2
Procenten
 Je kunt diverse berekeningen uitvoeren met betrekking tot procenten (uitdrukken "in procenten van" en de procentuele verandering).

 Je weet wat er wordt bedoeld met procentpunten.




Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maken van Rekonomie opgave 3.3, 3.4 en 3.7 en 3.12

Slide 11 - Slide