This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Rekonomie
Hoofdstuk 3
Indexcijfers
Slide 1 - Slide
Ik heb ooit van indexcijfers gehoord
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Vandaag
Aan het eind van de les kan je het indexcijfer van een bepaald jaar bereken
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Indexcijfers
Indexcijfers zijn getallen die de verandering aangeven ten opzichten van een bepaalde periode.
Het jaar waarmee ik wil vergelijken is altijd 100! Dit noemen we het basisjaar.
Het lijkt heel erg op procent rekenen, maar procenten mag je niet gebruiken!
Slide 5 - Slide
Wat is een indexcijfer?
Een verhoudingsgetal.
Makkelijk om hele reeksen te vergelijken. Eigenlijk is het procent rekenen met 1 jaar als de basis (dat is je 100)
De prijs van een brood steeds
vergeleken met het basisjaar.
2017
2018
2019
2020
€2,30
€2,40
€2,55
€2,45
100
104,3
110,9
106,5
Slide 6 - Slide
Indexcijfers
Indexcijfer = verhoudingsgetal, is geen percentage.
Slide 7 - Slide
In het 2019 (basisjaar) is een spijkerboek €34 In 2020 is een spijkerbroek €40 Bereken het indexcijfer van 2020
Slide 8 - Open question
Patatprijs 2016 - 3,10 - indexcijfer 100 2018 - ? - indexcijfer 95 Reken de vraagtekens uit
Slide 9 - Open question
Het inkomen van Bert verdiende in 2018 €2.000 in de maand en in 2019 €2.200. Bereken het indexcijfer van 2019. Ga uit van 2018 als het basisjaar.
Slide 10 - Open question
Het inkomen van Bert verdiende in 2018 €2.000 in de maand en in 2019 €2.200. Hierbij hoort een indexcijfer van 110. Met hoeveel procent is het inkomen van Bert gestegen?
Slide 11 - Open question
Hoe bereken je de omzet?
Slide 12 - Open question
Thomas verkoopt blikjes cola op de kermis. Op een zonnige dag verkoopt hij 50 blikjes cola voor €1,10 per stuk. Bereken de omzet
Slide 13 - Open question
Sabine heeft een omzet behaald van €300 met de verkoop van suikerspinnen. Een suiker spin kost €1,20 per stuk. Hoeveel suikerspinnen heeft zij verkocht?
Slide 14 - Open question
Indexcijfer omzet
Omzet = prijs x afzet
Index omzet = index prijs x index afzet
100
Slide 15 - Slide
Voorbeeld
De prijzen zijn met 2% gestegen. Hierdoor is de afzet met 1% afgenomen.
102 x 99 = 100,98
100
Dit betekent dat de omzet is toegenomen met 0,98%.
Slide 16 - Slide
De prijs van toiletpapier is met 10% gestegen de afgelopen periode. De vraag is toegenomen met 20%. Met hoeveel % is de omzet toegenomen?
Slide 17 - Open question
De prijs van auto's is met 5% gedaald. De vraag naar auto's is met 2% gedaald. Met hoeveel % is de omzet veranderd?