Les 1 16/ 04

Le mardi 16 avril
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Le mardi 16 avril

Slide 1 - Slide

Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Quiz herhaling hoeveelheidswoorden en Grammaire II
3. Prononciation des mots apprendre 6
4. le travail du jour (ensemble et en autonomie)
5. Doelen bereikt? 



Slide 2 - Slide

1. Les buts du cours
Kennis:
-Je hebt de woordjes van apprendre 6 en 7 geoefend,
-Je kan de juiste delend lidwoord met eten gebruiken.

Spreekvaardigheid:
-Je kan iets in het Frans bestellen.

Slide 3 - Slide

2a. Wat weet je nog van vorige les?
Geef de vertaling van deze woorden. 

-Une bouteille d'eau
-Un morceau
-Un paquet 
-Un verre
-assez

Slide 4 - Slide

2b. De hoeveelheidswoorden

Slide 5 - Slide

2c. Wat weet je nog van vorige les?
A. Wanneer gebruik je "du/de la/ de l' en des in het Frans? 

B. Hoe zeg je ...
-"Ik wil graag cola" ? ____________________________
-"Ik neem groenten" ____________________________
-Jij neemt sla. __________________________________

Slide 6 - Slide

2d. Grammaire II: Het delend lidwoord
-> als je over eten/ drinken wilt praten. 
Mannelijk woord = du (je voudrais du pain). 
Mannelijk woord die begint met een klinker/ h = de l' (de l'eau).
Vrouwelijk woord = de la (je voudrais de la chantilly).
Woord in het meervoud = des (je voudrais des chips).
Let op: Gebruik je een ontkenning/ hoeveelheidwoord? 
 Dan gebruik je  = de" /"d' "

Slide 7 - Slide

3. Apprendre 6 oefenen
Prends ton livre à la page 74 et lis les mots. 


Slide 8 - Slide

3a. Le travail du jour
Ensemble
Faires les exercices: 18(k) + 21(k) + 23(k)
Havo-route :  18(k) + 21(k)

En autonomie
Faire les exercices: 20 
Havo-route: Faires les exercices 20 + 22





Slide 9 - Slide

4. Le travail du jour
En autonomie
Grammaire II: 16A-16D 
Extra uitdaging* : 16E
Havo-route :  16A + B1 + C1 + D


Slide 10 - Slide

5. Heb je de doelen behaald? 
Kennis:
-Je hebt de woordjes van apprendre 6 en 7 geoefend,
-Je kan de juiste delend lidwoord met eten gebruiken.

Spreekvaardigheid:
-Je kan iets in het Frans bestellen.

Slide 11 - Slide

Wat heb je tijdens de les geleerd?

Slide 12 - Open question

2a. Grammaire I: Prendre (nemen)
Je prends                                 Ik neem
Tu prends                                Jij neemt
Il/elle/on prend                     Hij/zij/men neemt
Nous prenons                        Wij nemen
Vous prenez                             Jullie nemen/ U neemt
Ils/elles prennent                   Zij nemen 
Tip: Apprendre en Comprendre hebben dezelfde vervoeging

Slide 13 - Slide