Kenmerken en Gedrag van het Konijn

Kenmerken en Gedrag van het Konijn
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kenmerken en Gedrag van het Konijn

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les kun je...
  • De fysieke kenmerken van het konijn beschrijven
  • Het verschil tussen konijnen en hazen uitleggen
  • De voedingsgewoonten van het konijn benoemen
  • De verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke konijnen beschrijven

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over konijnen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Fysieke kenmerken van het konijn
  • Kop-romplengte van 35 tot 50 cm
  • Gewicht van 1,2 tot 2,5 kg
  • Staartlengte van 4 tot 8 cm
  • Grijsbruine vacht met roodbruine nekvlek
  • Witte buik en staart

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verschillen tussen konijnen, hazen en fluithazen
  • Korte achterpoten in vergelijking met hazen
  • Vrouwelijke konijnen (voedsters) zijn langer en minder grof dan mannelijke konijnen (rammelaars)
  • Konijnen hebben vier snijtanden in tegenstelling tot twee bij knaagdieren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voeding en coprofagie
  • Konijnen zijn herbivoren
  • Praktiseren coprofagie (eten van eigen uitwerpselen)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke konijnen
  • Vrouwelijke konijnen (voedsters) zijn langer en minder grof dan mannelijke konijnen (rammelaars)
  • Mannelijke konijnen zijn dikker en zwaarder
  • Mannelijke konijnen hebben een bredere kop

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
  • Kop-romplengte: De lengte van het voorste deel van het lichaam tot het begin van de staart
  • Coprofagie: Het eten van eigen uitwerpselen, wat voorkomt bij konijnen
  • Voedster: Een vrouwelijk konijn
  • Rammelaar: Een mannelijk konijn
  • Snijtanden: De voorste tanden in de mond van een dier, gebruikt om voedsel te snijden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.