1. Bespreek de opdracht en wat je hebt voorbereid op je stage, vraag toestemming
2. Zorg ervoor dat je geen namen e.d. gebruikt in het verslag, of gebruik fictieve namen
3. Bepaal het doel van je observatie
4. Bepaal welke techniek je gaat gebruiken (participerend of niet-participerend)
5. Bepaal welke methode je gaat toepassen
6. Bepaal de duur van je observatie, wat je nodig hebt en hoe vaak je het gaat doen etc. (plan van aanpak)
7. Voer de opdracht uit.
8. Het stappenplan en de uitgewerkte observatie vormen samen het verslag voor
toetsopdracht 1