PS_les4_H6&7

Pluriforme Samenleving
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pluriforme Samenleving

Slide 1 - Slide

Concepten
Individualisme vs collectivisme
Masculiniteit & feminiteit
Groepen migranten

Slide 2 - Slide

In een collectivistische samenleving...
A
Denk je meer vanuit het belang van je familie
B
Vind men het belangrijk om eigen keuzes te maken
C
Bestaan geen subculturen
D
Heb je veel individuele vrijheid

Slide 3 - Quiz

Ouderen worden vaak door kinderen opgevangen in plaats van in een verzorgingstehuis ondergebracht
A
Collectivistische cultuur
B
Individualistische cultuur

Slide 4 - Quiz

In masculiene culturen wordt van vrouwen verwacht dat zij meer tijd besteden aan het huishouden en kinderen dan mannen.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

De Nederlandse dominante cultuur is individualistisch. Hiermee wordt bedoeld dat..
A
familiebanden en gezamenlijke tradities belangrijk zijn
B
Iedereen alleen aan zichzelf denkt.
C
Bijna geen subculturen bestaan
D
Individuele vrijheid en persoonlijke ontwikkeling belangrijk zijn

Slide 6 - Quiz

Het feit dat vrouwen vaak in deeltijd werken heeft te maken met
A
dat nl toch nog een masculiene samenleving is.
B
dat nl toch nog een feminiene samenleving is.
C
dat nl in een overgangsfase zit van een masculiene naar feminiene samenleving
D
dat nl in een overgangsfase zit van een feminiene naar een masculiene samenleving

Slide 7 - Quiz

Nederland is dus verandert...

Voor de Tweede Wereldoorlog:

  • Sterke gezagsverhoudingen
  • Weinig sociale mobiliteit
  • Verzuiling
  • Traditionele rolpatronen




& na de Tweede Wereldoorlog:

  • Wederopbouw
  • Uitbreiding verzorgingsstaat: Toename sociale mobiliteit
  • Consumptiemaatschappij

Slide 8 - Slide

Na de Tweede Wereldoorlog
Ontkerkelijking -> einde aan de verzuiling
Ontkerkelijking + toegenomen welvaart -> Individualisering
Welvaartsgroei -> Ontstaan jongerenculturen
Emancipatiebeweging
Internationalisering / globalisering

Slide 9 - Slide

Na WWII vier soorten migrantie:
Arbeidsmigratie
Migratie uit vroegere koloniën
Vluchtelingen
Volgmigratie

Slide 10 - Slide

Arbeidsmigratie
Economische motieven

  • Gastarbeiders kwamen in de jaren 60 wegens groeiende economie. Vooral uit Spanje, Italië, Marokko en Turkije
  • Tegenwoordig arbeidsmigranten uit de EU
  • Kennismigranten van buiten de EU
  • Illegalen van buiten de EU
                                                                      !!! Restrictief toelatingsbeleid

Slide 11 - Slide

Postkoloniale migranten
Economische of sociale motieven

Migranten uit voormalig gekoloniseerde landen, zoals:
Nederlands-Indië
Suriname
Aruba; Curacao; Sint-Maarten
Bonaire, Saba & Sint-Eustatius

Slide 12 - Slide

Vluchtelingen
Politieke motieven


Vluchtelingen stromingen door oorlog; vervolging en klimaatverandering

Slide 13 - Slide

Oorzaken van
Klimaatvluchtelingen

Slide 14 - Mind map

Volgmigratie
Sociale motieven

Gezinshereniging
=
Je gezin uit een ander land laten overkomen. 





Gezinsvorming
=
Inwoner van NL trouwt met iemand uit het buitenland & sticht hier een gezin

Slide 15 - Slide

Veranderingen voor nieuwkomers

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide