Zorgverlening, beroep en organisatie mod 6 leidinggeven in een organisatie

Zorgverlening, beroep en organisatie

H6: Werkzaamheden organiseren in de zorg
Leidinggeven in een organisatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zorgverlening, beroep en organisatie

H6: Werkzaamheden organiseren in de zorg
Leidinggeven in een organisatie

Slide 1 - Slide

Management
Onderste lagen - korte termijn
Bovenste lagen - lange termijn

Bovenste lagen: globale plannen
Onderste lagen: in detail uitwerken

Zelfsturend team: middenkader ontbreekt

Slide 2 - Slide

Taken van een leidinggevende in de zorg

Taken ten aanzien van de individuele zorgvrager
een zorgplan of begeleidingsplan voor een individuele zorgvrager opstellen;
bevindingen over de zorgvrager schriftelijk rapporteren;
overleggen met de familie over de voortgang van de zorg of verpleging;
afspraken uit het overleg met andere hulpverleners vastleggen.



Slide 3 - Slide

Taken van een leidinggevende in de zorg

Taken ten aanzien van een groep zorgvragers op de afdeling
de kwaliteit van de handelingen op de afdeling bewaken;
bewaken dat er met de vastgestelde protocollen wordt gewerkt;
overleg voeren over de afstemming van werkzaamheden;
afspraken maken over de uitwisseling van informatie tussen verschillende disciplines.



Slide 4 - Slide

Taken van een leidinggevende in de zorg

Taken ten aanzien van individuele medewerkers
een medewerker instrueren;
een functioneringsgesprek voeren;
een medewerker aanspreken op zijn functioneren;
een medewerker stimuleren en motiveren.

Slide 5 - Slide

Taken van een leidinggevende in de zorg

Taken ten aanzien van de groep medewerkers op de afdeling
het dienstrooster plannen en beheersen;
een goed werkklimaat op de afdeling bevorderen;
teambesprekingen houden;
vakanties van medewerkers plannen en die planning bewaken.

Slide 6 - Slide

Taken van een leidinggevende in de zorg

Taken ten aanzien van nieuw beleid

een rapportage- en overdrachtssysteem ontwikkelen;
procedures voor de bespreking van de zorgvragers formuleren;
procedures ontwikkelen voor contacten tussen medewerkers en familieleden van zorgvragers;
een inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers ontwikkelen.



Slide 7 - Slide

Eigenschappen leidinggevende
  • de omgang met mensen, zoals gemakkelijk contact maken met anderen, openstaan voor wat er leeft in het team, inspelen op gevoelens, teamleden weten te boeien, goed aanvoelen wat er leeft in het team;
  • de taken van de leidinggevende, zoals werk verdelen, overzicht hebben, werkzaamheden plannen, creatief zijn in het bundelen van verschillende oplossingen, de grote lijnen in de gaten houden;
  • de persoonlijkheid van de leidinggevende, zoals initiatieven nemen, met overtuiging spreken, evenwichtigheid, zonder problemen in het middelpunt staan, tegen een stootje kunnen.

Slide 8 - Slide

STELLING

Leiders werken slimmer, niet harder.


Slide 9 - Slide

ANTWOORD
Niet waar! Leiderschap komt niet zomaar aangewaaid. Leiderschap betekent hard werken. Daar moet je tijd en energie in steken.

Slide 10 - Slide

ANTWOORD
Niet waar! Een leider kan juist de professional zijn die dicht op de dagelijkse zorg gericht is en zicht heeft op het primaire proces.

Slide 11 - Slide

STELLING

Leiders staan altijd vooraan en lopen voorop.

Slide 12 - Slide

STELLING
Leiders zijn altijd bijzondere, buitengewone mensen die aan de top van de organisatie zitten.

Slide 13 - Slide

ANTWOORD
Niet waar! Leiders staan juist vaak 'achter de mensen', steunen ze vanuit de achtergrond en bieden professionals de mogelijkheid zich te profileren.

Slide 14 - Slide

STELLING

Er bestaat zoiets als een typische leider.

Slide 15 - Slide

ANTWOORD
Niet waar! Er is geen blauwdruk van dé leider. Iedereen zou er een kunnen zijn. Het vraagt wel bepaalde capaciteiten.


Slide 16 - Slide

Leiderschapsstijlen
Autoritaire leider (strakke leiding)
Democratische leider (teamleden doen actief meedenken en meebeslissen)
Coachende leider (prestaties en leermogelijkheden van de medewerkers te verbeteren en hun zelfstandigheid te vergroten)
Laisser-faire (initiatief zoveel mogelijk bij het team)



Slide 17 - Slide

Taakvolwassenheid
Een medewerker heeft niet de vereiste bekwaamheid ('kunnen') om verantwoording op zich te nemen en heeft er ook geen behoefte aan ('willen').

Een medewerker zou de verantwoording wel aandurven ('willen'), maar mist de vereiste bekwaamheden ('kunnen').
Een medewerker is bekwaam genoeg om verantwoording te kunnen dragen ('kunnen'), maar aarzelt en voelt zich onzeker ('willen').
Een medewerker durft de verantwoording aan ('willen') en beschikt over voldoende bekwaamheden ('kunnen').


Slide 18 - Slide

Taakgericht vs relatiegericht

Slide 19 - Slide

Hoe hoger iemand in de hiërarchie van de organisatie zit, hoe langer de termijn is waarop hij plannen maakt.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Leidinggevenden hebben verantwoordelijkheden ten aanzien van individuele zorgvragers.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Op uitvoerend niveau is de planning gedetailleerder dan op leidinggevend niveau.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Een leidinggevende heeft bepaalde eigenschappen nodig om geaccepteerd te worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide