Een medewerker heeft niet de vereiste bekwaamheid ('kunnen') om verantwoording op zich te nemen en heeft er ook geen behoefte aan ('willen').
Een medewerker zou de verantwoording wel aandurven ('willen'), maar mist de vereiste bekwaamheden ('kunnen').
Een medewerker is bekwaam genoeg om verantwoording te kunnen dragen ('kunnen'), maar aarzelt en voelt zich onzeker ('willen').
Een medewerker durft de verantwoording aan ('willen') en beschikt over voldoende bekwaamheden ('kunnen').