What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M1 - Faire
Bonjour
Ça va?
Faire
Questions?
Quiz
Au travail
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour
Ça va?
Faire
Questions?
Quiz
Au travail
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Log in bij LessonUp
Ga naar LessonUp.app en login met de code:
Slide 3 - Slide
Faire = doen/maken
Je fais Ik doe/maak
Tu fais Jij doet/maakt
Il fait Hij doet/maakt
Elle fait Zij doet/maakt
Nous faisons Wij doen/maken
Vous faites Jullie doen/maken - U doet/maakt
Ils font Zij (m) doen/maken
Elles font Zij (v) doen/maken
Slide 4 - Slide
Gebruik
Hoe gebruik je dat werkwoord dan?
- Ik
maak
een taart - Je
fais
un gâteau
- Hij
doet
het alleen - Il le
fait
tout seule
Slide 5 - Slide
Sporten/Activiteiten
In het Frans wordt 'faire' ook gebruikt met sporten of activiteiten, om een werkwoord te maken...
Faire du foot
= voetballen
-> Elle fait du foot = zij voetbalt (letterlijk: zij doet voetbal)
Faire de la danse
= dansen
-> Ils font de la danse = Zij dansen (letterlijk: zij doen dansen)
Slide 6 - Slide
Niet alleen: faire + sport
Als je faire + sport gebruikt, dan komt daar nog iets tussen.
->
du
,
de la
of
de l'
Als de sport
mannelijk
is gebruik je
DU
Als de sport
vrouwelijk
is gebruik je
DE LA
Als de sport met
een klinker
begint gebruik je
DE L'
Slide 7 - Slide
Questions???
Zijn hier nog vragen over?
Na deze les kan je dus het werkwoord FAIRE
herkennen en gebruiken. En je weet ook dat
sporten en activiteiten in het Frans een combinatie zijn van FAIRE + SPORT,
met daartussen DU, DE LA of DE L'
Slide 8 - Slide
Vul de juiste vorm van FAIRE in.
Nous .....
A
font
B
faisons
C
faisez
D
fait
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste vorm van FAIRE in.
Il ....
A
Faisons
B
fais
C
fait
D
font
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste vorm van FAIRE in.
Elles ....
A
fais
B
fait
C
font
D
faites
Slide 11 - Quiz
Vul de juiste vorm van FAIRE in.
Je .....
Slide 12 - Open question
Vul de juiste vorm van FAIRE in.
Vous .....
Slide 13 - Open question
Vul de juiste vorm van FAIRE in.
Elle .....
Slide 14 - Open question
Vul in (de + lidwoord):
Il fait .... vélo (m).
A
du
B
de le
C
de la
D
de l'
Slide 15 - Quiz
Vul in (de + lidwoord):
Elles font ..... ski (m).
A
du
B
de le
C
de la
D
de l'
Slide 16 - Quiz
Vul in (de + lidwoord):
Nous faisons .... natation (v).
A
du
B
de le
C
de la
D
de l'
Slide 17 - Quiz
Vul in (de + lidwoord):
Je fais ..... équitation (v).
A
du
B
des
C
de la
D
de l'
Slide 18 - Quiz
Maken: 5.3 opdr. 8a/b/c/d/f.
Slide 19 - Slide
More lessons like this
U5 - Faire
October 2023
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
M1 - Faire
May 2020
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Werkwoord faire + phrases-clés C
May 2023
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoord faire + phrases-clés C
May 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoord faire + phrases-clés C
June 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Le verbe Faire (chapitre 6)
May 2020
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
ww faire
June 2021
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Chapitre 7 bron D: faire
May 2022
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1