a vs. an

Welcome all
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome all

Slide 1 - Slide

Today:
Homework from last lesson
grammar: a vs. an
practise

Slide 2 - Slide

Homework last lesson
p. 20

Quick check, full attention please

(een onderdeel niet gelukt? Schrijf mee)

Slide 3 - Slide

Grammar
Nederlands: een fiets, een appel
Engels: 
a bike
an apple
Klinkers / medeklinkers

Slide 4 - Slide

Klinkers
Mede - klinkers
A
B
H
K
E
O
G
U
L
W
P
i

Slide 5 - Drag question

Wanneer gebruik je welke?
Bij woorden die beginnen met een klinkerKLANK --> a
Woorden die beginnen met een medeklinkerKLANK --> an 

Slide 6 - Slide

even oefenen:

Slide 7 - Slide

Could you bring
___ book to school?
A
a
B
an

Slide 8 - Quiz

My friend has ___ interesting story to tell.
A
a
B
an

Slide 9 - Quiz

Do you have __ minute?
A
a
B
an

Slide 10 - Quiz

Have you ever seen ___ unicorn?
A
a
B
an

Slide 11 - Quiz

Wat is de regel?
- woorden die beginnen met een klinker
(unicorn/ euro / uniform) 
kunnen soms 'klinken' alsof ze beginnen met een medeklinker (een 'j' in dit geval). 
Dan gebruik je -a-. Dus a euro, a uniform. 

Slide 12 - Slide

Practise:
Do ex. 27, 28 and 29

on p. 26 in je book. 

Slide 13 - Slide