Rekenen met verhoudingen

Rekenen met verhoudingen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Rekenen met verhoudingen

Slide 1 - Slide

Er zitten 30 boeken in 1 doos
Schrijf het op in een tabel

Slide 2 - Slide

Jim verdient €6,50 per uur

Slide 3 - Slide

Met 1 fles cola kun je 7 glazen vullen

Slide 4 - Slide

Je hebt 300 gram rijst nodig voor 4 personen

Slide 5 - Slide

Instructie
Doel: Ik kan rekenen met verhoudingen
Nodig: wisbordjes, stift, hersenen

Slide 6 - Slide

1F= 6 meter stof kost €36
Hoeveel kost 2 meter stof? Reken uit met een tabel



De juf doet het voor

Slide 7 - Slide

1F= Je hebt 1 liter melk nodig voor 16 pannekoeken. Hoeveel liter melk heb je voor 8 pannekoeken nodig?
Gebruik hiervoor een tabel



Leerling doet het voor

Slide 8 - Slide

2F= Pieter rent 12 rondjes in 48 minuten.
Hoeveel rondjes rent Pieter in 8 minuten?
Gebruik een tabel



Iedereen maken

Slide 9 - Slide

1F= 15 concertkaartjes kosten samen €225,-
Hoeveel kosten 3 concertkaartjes?
Gebruik een tabel

Slide 10 - Slide

2F= 

Slide 11 - Slide

2F
Sjors maakt frambozentoetje voor 4 personen. Hoeveel gram frambozen heeft Sjors nodig? 
Maak een tabel

Slide 12 - Slide

2F
Ruth maakt het frambozentoetje voor 9 personen. Hoeveel gram vanillekwark heeft Ruth nodig? Maak een tabel. 

Slide 13 - Slide

2F
Abel maakt het frambozentoetje voor 50 personen. Hoeveel ml frambozensiroop heeft Abel nodig?
Gebruik een tabel.

Slide 14 - Slide

Noem de volgorde bij het uitrekenen van een verhouding

Slide 15 - Slide