Thema 2: Einde Romeinse rijk

Thema 2:  Grieken en Romeinen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 2:  Grieken en Romeinen

Slide 1 - Slide

Deze les:

  • Criteria checken vorige week (Christendom) 
  • Einde Romeinse rijk uitleg 
  • Aan de slag met opdrachten en criteria.

Slide 2 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt met twee voorbeelden uit wat het christendom inhield. 
  • Je benoemt wie Jezus was. 
  • Je legt het begrip ‘staatsgodsdienst’ uit. 

Slide 3 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt met drie voorbeelden uit wat het christendom inhield. 
  • Je benoemt wie Jezus was. 
  • Je legt het begrip ‘staatsgodsdienst’ uit. 
  • Je herkent de verspreiding van het christendom aan de hand van voorbeelden.

Slide 4 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘monotheïsme, polytheïsme en staatsgodsdienst' uit. 

  • Je legt uit de leer van het christendom inhield. 

  • Je legt uit wie Jezus, Paulus, Nero, Constantijn en Theodosius waren. 

  • Je verklaart dat bepaalde keizers het christendom als een bedreiging zagen voor de eenheid van het rijk. 

  • Je verklaart waarom het christendom bepaalde groepen in de Romeinse samenleving aansprak.

Slide 5 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt de begrippen ‘monotheïsme, polytheïsme en staatsgodsdienst' uit. 
  • Je legt uit wat de leer van het christendom inhield. 

  • Je legt uit wie Jezus, Paulus, Nero, Constantijn en Theodosius waren. 

  • Je verklaart dat bepaalde keizers het christendom als een bedreiging zagen voor de eenheid van het rijk. 
  • Je verklaart waarom het christendom bepaalde groepen in de Romeinse samenleving aansprak. 
  • Je verklaart de groei van het christendom met voorbeelden.

Slide 6 - Slide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeeld, dan kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 7 - Slide

Einde van het Romeinse rijk
In het begin van het Romeinse keizerrijk was er grote welvaart in het gehele rijk. De keizers hadden sterke legers tot hun beschikking en konden hun rijk goed beschermen.

Slide 8 - Slide

Einde van het Romeinse rijk
  • In 300 n.chr. ontstonden er meer onenigheden over de troonopvolging en volgden de keizers elkaar in een rap tempo op. 
  • Er was chaos en dat zorgde voor een zwak leger en een slechte economie. 

Slide 9 - Slide

Einde van het Romeinse rijk
  • Gevolg: De Germaanse volken vielen met succes het Romeinse rijk binnen en gingen plunderen. 
  • 395 n.chr: Het ging zo niet langer en er werd besloten om het rijk in twee gebieden te verdelen met elk een eigen keizer.
                       West-Romeinse rijk
                       Oost-Romeinse rijk 

Slide 10 - Slide

Het West-Romeinse Rijk
  •  Taal: Latijn
  •  Hoofdstad: Rome
  •  Vaak strijd om de macht in Rome.
  •  Eindigde: 476 N.Chr.

Slide 11 - Slide

Het Oost-Romeinse Rijk
  • Taal: Grieks
  • Hoofdstad: Constantinopel (Nu: Istanbul)
  • Meer geld voor een goed leger
  • eindigde: 1453 n.Chr. (Byzantijnse Rijk)

Slide 12 - Slide

West-Romeinse rijk
Het West-Romeinse rijk had het zwaar. Het leger was erg duur, verzwakt en niet meer in staat om alle grenzen goed te bewaken.
Gevolg: Verschillende Germaanse stammen plunderen het West-Romeinse rijk. 

Slide 13 - Slide

West-Romeinse rijk
De Hunnen, een nomadische volk trok richting Europa.
Veel stammen waren bang en gingen op de vlucht voor de Hunnen. Germanen trokken het zwakke West-Romeinse rijk in.
Volksverhuizing: Verschillende volken trekken uit hun eigen gebied en een ander gebied binnen uit angst voor de Hunnen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Einde West-Romeinse rijk
De Romeinse legers konden al deze wegtrekkende en plunderende Germaanse volken niet meer tegenhouden.
De Germaanse stam Vandalen plunderde de stad Rome in 476 n.chr. 


Slide 16 - Slide

Einde West-Romeinse rijk
De Romeinse keizer werd afgezet en de generaal van de Vandalen riep zichzelf uit tot koning van Italië. Hiermee vinden wij (geschiedenismensen) dat het einde van het Romeinse rijk is aangebroken.

Slide 17 - Slide

Historische vaardigheden
Oorzaak en gevolg.


Oorzaak: Waarom of waardoor iets gebeurt
Gevolg: Datgene wat na de oorzaak komt


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Oorzaken verdelen in...
  • Economisch: een reden dat met handel te maken heeft.
  • Politiek: een reden dat met besturen/regeren te maken heeft.
  • Militair: een reden dat met het leger te maken heeft.
  • Religieus: een reden dat met het geloof te maken heeft.

Slide 20 - Slide

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
  • Val van het West-Romeinse rijk

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 21 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt het begrip ‘volksverhuizing’ uit.

  • Je geeft een politieke oorzaak voor de val van het West-Romeinse rijk.

  • Je benoemt een gevolg van de val van het West-Romeinse rijk

Slide 22 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt het begrip ‘volksverhuizing’ uit.
  • Je geeft een politieke oorzaak voor de val van het West-Romeinse rijk.
  • Je geeft een militaire oorzaak voor de val van het West-Romeinse rijk.
  • Je benoemt een gevolg van de val van het West-Romeinse rijk.


Slide 23 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt het begrip ‘volksverhuizing’ uit.
  • Je geeft een economische, politieke, militaire en religieuze oorzaak voor de val van het West-Romeinse rijk.
  • Je benoemt twee gevolgen van de val van het West-Romeinse rijk.


Slide 24 - Slide

Beantwoord in je schrift
  • Je legt het begrip ‘volksverhuizing’ uit.
  • Je geeft een economische, politieke, militaire en religieuze oorzaak voor de val van het West-Romeinse rijk.
  • Je benoemt drie gevolgen van de val van het West-Romeinse rijk.

Slide 25 - Slide

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 26 - Slide