6.3 Wolken en neerslag

Wolken en neerslag
Hoofdstuk 6
Paragraaf 3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wolken en neerslag
Hoofdstuk 6
Paragraaf 3

Slide 1 - Slide

Planning
Huiswerk bespreken
Leerdoelen
Start paragraaf 3

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 6

Paragraaf 2/3

Opgaven: 34, 35, 36, 37, 38, 42 en 43



Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je leert hoe bewolking ontstaat;
Je leert hoe verschillende soorten neerslag ontstaan. 

Slide 4 - Slide

Bewolking
Wolken ontstaan uit waterdamp in de lucht.

  1. Lucht koelt af;
  2. De waterdamp condenseert en vormt kleine waterdruppeltjes;
  3. De waterdruppeltjes vormen een wolk.


Wolken en zonnewarmte


Slide 5 - Slide

Dauw
Rijp

Slide 6 - Slide

Wolken
Voor het ontstaat van wolken zijn twee zaken van belang:

1. De luchtvochtigheid;
    Hoeveel gram gasvormige waterdamp er in 1 cm3 lucht zit
    Met meer waterdamp in de lucht, ontstaat er makkelijker wolken. 

2. De temperatuur van lucht;
    In warmte lucht kan meer gasvormige waterdamp zitten.

Slide 7 - Slide

Wolken
Wolken ontstaan als lucht met een hoge luchtvochtigheid afkoelt. 

De temperatuur waarbij dan wolken ontstaat is het dauwpunt

Slide 8 - Slide

Dauwpunt
Een akkerbouwer meet bij zonsondergang een luchtvochtigheid van 10 g/m3 bij een temperatuur van 12 graden Celsius. 

Wat is het dauwpunt van deze lucht?

Als de zon ondergaat, dan daalt de temperatuur minstens enkele graden. Leg uit of er mist zal ontstaan. 

Slide 9 - Slide

Maakwerk
Hoofdstuk 6
Paragraaf 3

Opgaven: 42, 43, 45, 48, 49 en 50

Slide 10 - Slide

Neerslag
Een ander woord voor regen is neerslag.

De hoeveelheid regen dat er valt meet je met een regenmeter.

Slide 11 - Slide

Neerslag
Een ander woord voor regen is neerslag.

Regen kan in drie situaties ontstaan:
1. De luchtvochtigheid is hoog en het koelt af. 
2. Op de grens van twee gebieden met een verschillende temperatuur.
3. In berggebieden

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Winterse neerslag
Hagel
Sneeuw
IJzel

Slide 14 - Slide

Hagel
Hagel ontstaat als er in een regelwolk een luchtstroom omhoog staat. 

Slide 15 - Slide

Sneeuw
Temperaturen onder het vriespunt.
Een wolk bestaat dan uit ijskristallen ipv uit waterdruppeltjes. 

IJskristallen klonteren samen tot een sneeuwvlok. 

Slide 16 - Slide

IJzel
IJzel is een laagje ijs op de ondergrond.

Dit ontstaat als er regel valt, terwijl de grond nog kouder is dan 0 graden Celsius. 

Door zout te strooien komt het vriespunt lager te liggen. 

Slide 17 - Slide

Maakwerk
Hoofdstuk 6
Paragraaf 3

42, 43, 45, 48, 49 en 50
+
54, 56, 57, 61 en 62

Slide 18 - Slide