Centrum van het jodendom was de tempel in Jeruzalem (Judea).
Judea werd een Romeinse provincie, maar volgens de Tenach was het ooit onderdeel geweest van een joods koninkrijk.
De joden geloofden dat God een nieuwe koning zou sturen, de Messias, die dat koninkrijk zou herstellen.
Dat geloof leidde in 66 n.C. tot een grote opstand.
Dit leidde uiteindelijk tot de verspreiding van de Joden over het hele Romeinse Rijk. Judea heette voortaan Palestina.