D1B 8-3-2021

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Aardrijkskunde D1B

8 maart 2021

Oriëntatie

• Leerdoelen
  

       - je weet waar Nieuwe Nederlanders vandaan komen

       - je begrijpt waarom de cultuur belangrijk is voor Nieuwe Nederlanders

       - je kunt uitleggen welke verschillen er kunnen zijn in een multiculturele

          samenleving (alleen TL)

       - je weet waar de taal en godsdienst verschillen in Nederland (alleen HV)

Lesplanning

• Uitleg: TL §2.5 | HV §2.6 (15 min)
  

       - Nieuwe Nederlanders en groepen migranten

       - Multiculturele samenleving TL

       - Verschillen in taal en geloof binnen Nederland HV

• TL maken §2.5 (15 min)
  

       Opdracht 1 t/m 5

• HV maken §2.6 (15 min)
  

       Opdracht 1 t/m 5

Lesplanning

• Keuze onderdelen (30 min)
  

       - TL afronden §2.5: opdracht 1 t/m 5

       - HV afronden §2.6: opdracht 1 t/m 5 

       - Filmpje: immigratie Nederland

       - Leren voor voortgangstoets: TL §2.4 en §2.5 | HV §2.5 en §2.6

Uitleg §2.5/§2.6

Waar denk je aan bij
Nieuwe Nederlanders?

Uit welke landen komen er veel immigranten naar Nederland?

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand van wie beide ouders in Marokko geboren zijn

1. zonder migratie-achtergrond
2. met migratie-achtergrond

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand van wie beide ouders in Marokko geboren zijn

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

Wat is een belangrijke pullfactor van Nederland voor arbeidsmigranten?

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand waarvan beide ouders in Nederland geboren zijn

1. zonder migratie-achtergrond
2. met migratie-achtergrond

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die in Syrië is geboren en naar Nederland komt

1. zonder migratie-achtergrond
2. met migratie-achtergrond

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die in Syrië is geboren en naar Nederland komt

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

Wat is een belangrijke pushfactor voor migranten uit Syrië?

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die in Suriname geboren is en naar Nederland gaat verhuizen

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

In welk deel van Nederland wonen de meeste Nieuwe Nederlanders?

1. in grote steden
2. westen
3. oosten
4. Zuid-Limburg

Wat weet je al over de
multiculturele samenleving?

Waarom houden migranten vast aan bepaalde onderdelen van de eigen cultuur?

Wat wordt er bedoeld met inburgeren?

Welke talen worden
in Nederland gesproken?

Wat zijn de belangrijkste
godsdiensten in Nederland?

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	TL maken §2.5: opdracht 1 t/m 6 HV maken §2.6: opdracht 1 t/m 6
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	15 minuten; samenwerken in tweetallen
Klaar?	Filmpje Schooltv: immigratie NL Leren voor voortgangstoets

Heb je behoefte aan meer uitleg over TL §2.4 en §2.5 | HV §2.5 en §2.6?

1. ja
2. nee

• TL afronden §2.5: opdr. 1 t/m 5
  
• HV afronden §2.6: opdr. 1 t/m 5
  
• Filmpje: immigratie NL

• Verlengde instructie: TL §2.4 en §2.5 | HV §2.5 en §2.6
  
• Filmpje: TL §2.4 en §2.5 | HV §2.5 en §2.6

• Stel vooral vragen als je iets lastig vindt of niet begrijpt!

• Leren voortgangstoets: 

    TL §2.4 en §2.5 | HV §2.5 en §2.6
     - Samenvatting/mindmap

     - Toetsvragen bedenken

     - Elkaar overhoren

     - Opdrachten leerdoelen

     - Herhaling/toepassing

     - Digitaal lesmateriaal

        * Teams: aantekeningen, PPT

        * Magister: boxen, filmpjes

Keuze onderdelen (30 min)

Afsluiting

Huiswerk voor 15-3

TL

• Voortgangstoets §2.4 en §2.5
• Maken §2.5: opdracht 1 t/m 5
  

HV

• Voortgangstoets §2.5 en §2.6
• Maken §2.6: opdracht 1 t/m 5
  

Gebruik aantekeningen en andere materialen op Teams

Wat heb je vandaag
geleerd?