Quiz Zorgen voor je leefomgeving hele boek

Toets
Zorgen voor je leefomgeving
Hele boek
1 / 16
next
Slide 1: Slide
VerzorgingSpeciaal OnderwijsLeerroute 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toets
Zorgen voor je leefomgeving
Hele boek

Slide 1 - Slide

Wat is textiel?
A
een T-shirt
B
een riem
C
schoenen
D
een broodtrommel

Slide 2 - Quiz

Op welke programma was je een overhemd?
A
Witte was
B
Bonte was
C
Kreukherstellende was
D
Wolwas

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van badtextiel?
A
Badjassen
B
Lakens
C
Theedoeken
D
Spijkerbroeken

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van droog vuil?
A
roestvlekken
B
vieze vingers
C
kruimels
D
koffievlek

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort vuil is een vruchtensapvlek?
A
droog vuil
B
licht gehecht vuil
C
sterk gehecht vuil

Slide 6 - Quiz

Bij welke vorm van schoonmaken hoort stofwissen?
A
droog schoonmaken
B
klam vochtig schoonmaken
C
nat schoonmaken

Slide 7 - Quiz

Welke vloer kun je niet dweilen of moppen?
A
Vloerbedekking
B
laminaat
C
parketvloer
D
tegelvloer

Slide 8 - Quiz

Je gaat afwassen, waar begin je mee?
A
Kopjes en bekers
B
glazen
C
borden
D
bestek

Slide 9 - Quiz

In welke ruimte kunnen micro -organismen zich heel snel verspreiden?
A
woonkamer
B
keuken
C
slaapkamer
D
kelder

Slide 10 - Quiz

Je gaat de koelkast schoonmaken. Hoe ontdooi je het vriesvak?
A
met een föhn
B
met schalen heet water
C
met een nat doekje
D
de deur open zetten

Slide 11 - Quiz

Je gaat de wastafel schoonmaken. waar begin je mee?
A
met de spiegel en het plankje
B
met de kraan
C
met het afvoerputje
D
met de onderkant van de wastafel

Slide 12 - Quiz

Je gaat ramen wassen. Wat gebruik je om het kozijn schoon te maken?
A
de raamtrekker
B
een spons
C
een zeem
D
een theedoek

Slide 13 - Quiz

Je gaat ramen wassen. Waar begin je ermee?
A
het raam nat maken met de spons
B
het kozijn afnemen
C
de hoekjes en randjes droogmaken.
D
het raam droogtrekken met de raamtrekker

Slide 14 - Quiz

Wat hoort bij een veilige keukentrap?
A
gladde treden
B
hij moet stevig staan
C
hij moet zwaar zijn
D
hij moet hoog zijn

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide