3.1A: Leven op het platteland 1VMBO-HAVO

Hoofdstuk 3
Kastelen, kloosters en steden 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Kastelen, kloosters en steden 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  •  Uitleg P1 - Nieuwe koninkrijken 
  • Opdrachten P1: 1 t/m 4 en beginnen aan het huiswerk

Slide 2 - Slide

Het Romeinse Rijk

Slide 3 - Mind map

Problemen die het Romeinse Rijk kreeg:
  1.  Het eerste probleem was het leger van de Romeinen: 300.000 man was te klein voor alle grenzen te bewaken.
  2. Het tweede probleem waren de belastingen: te hoog voor boeren -> minder boeren, minder voedsel -> minder belasting.
  3. Het derde probleem had te maken met de opvolging van de keizer: burgeroorlogen en ruzies over de opvolger.

Slide 4 - Slide

Het Romeinse Rijk valt uiteen
  •  Het Romeinse Rijk werd in 395 in tweeën gesplitst
  • West-Romeinse Rijk en Oost-Romeinse Rijk
  • Het Oost-Romeinse Rijk bleef bestaan tot 1453

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het West-Romeinse Rijk
  •  Germaanse volken trokken het West-Romeinse Rijk binnen
  • De Germanen vluchtten voor de Hunnen, een volk uit Azië
  • De grote verplaatsing van Germaanse volken noemen we de volksverhuizingen.
  • In 476 werd de laatste Romeinse keizer afgezet.

Slide 7 - Slide

Koninkrijken
  • De Germanen stichtten overal in West-Europa nieuwe koninkrijken 
  • Vanwege deze en andere grote veranderingen laten we een nieuwe periode in de geschiedenis beginnen: de middeleeuwen - 500 n.C. tot 1500 n.C

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Waardoor is het Romeinse Rijk NIET gevallen?
A
Het leger
B
De handel
C
De belastingen
D
Opvolging van de keizers

Slide 10 - Quiz

Welk deel van het Romeinse Rijk bestond langer?
A
Het West-Romeinse Rijk
B
Het Oost-Romeinse Rijk

Slide 11 - Quiz

Wie trokken het West-Romeinse Rijk binnen?
A
De Hunnen
B
De Grieken
C
De christenen
D
De Germanen

Slide 12 - Quiz

De middeleeuwen, dat is de periode van...
A
0 - 1000 n.C.
B
500 n.C. - 1000 n.C.
C
500 n.C. - 1500 n.C.
D
1000 n.C. - 1500 n.C.

Slide 13 - Quiz

Opdrachten maken
  •  Je maakt opdracht 1 tot 4 van paragraaf 1. (bladzijde
  • Als je daar klaar mee bent mag je de andere opdrachten van paragraaf 1 maken. Dat is huiswerk!
  • Als je een vraag hebt steek je je hand op en dan kom ik helpen!

Slide 14 - Slide