3.4 Aardbevingen

3.4 Aardbevingen



H3 Endogene en exogene processen
Domein: Aarde
VWO 5
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3.4 Aardbevingen



H3 Endogene en exogene processen
Domein: Aarde
VWO 5

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan het ontstaan van een aardbeving uitleggen en de gevolgen beschrijven.
  • Ik kan beschrijven hoe plooiingsgebergten ontstaan en uitleggen waarom sedimentgesteenten in deze gebergten worden aangetroffen.
  • Ik kan het ontstaan van breukgebergten als gevolg van rek in de aardkorst beschrijven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Algemene feiten over aardbevingen

  • De zwaarste aardbevingen ontstaan bij transforme- en convergente plaatgrenzen.
  • Aardbevingen ontstaan wanneer spanning > de sterkte (buigbaarheid of elasticiteit) v/h gesteente.
  • Gesteente breekt plotseling -> de spanning verdwijnt -> gesteentelagen verschuiven.

Slide 6 - Slide

De magnitude van een aardbeving
Voorbeeld van een seismogram. 
Op de verticale as staat de tijd in uren weergegeven, 
op de horizontale as in minuten. 
Iets voor 20.30 uur mat de seismometer een aardbeving. De grootste trilling in de lijn wordt gebruikt om de magnitude van een beving te berekenen. 

Slide 7 - Slide

Welke Algemene Regel kun je hieruit opmaken?

Slide 8 - Slide

Met welke schaal meet je de intensiteit van aardbevingen?
A
Schaal van Richter
B
Schaal van Saffir-Simpson
C
Schaal van Beaufort
D
Schaal van Mercalli

Slide 9 - Quiz

Aardbevingen meten
  • Aardbevingen meet je met een seismograaf. 
  • De magnitude (sterkte gemeten in hoeveelheid vrijgekomen energie) kun je aflezen m.b.v. de schaal van Richter.
  • De intensiteit (sterkte gemeten aan hoeveelheid schade) kun je aflezen met de schaal van Mercalli.

Slide 10 - Slide

Kan deze zelfde aardbeving ook gemeten worden in Australië?

Slide 11 - Slide

 Aardbevingsgolven
  • De energie van een aardbeving zijn altijd verschillende golven.
  • Body waves (ruimte golven)
  • Surface waves (oppervlakte golven)
  • Vanwege de lage frequentie, langere golflengte en grote amplitude zijn oppervlakte golven het meest destructief.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat zie je? En hoe ontstaat dit?

Slide 14 - Slide

Wat zie je hier? Hoe ontstaat dit?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maak van 3.4 de opdrachten ?

Slide 17 - Slide