W&W M4 Vermogen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Grootheid 
Formule symbool
Eenheid 
Afkorting
Vermogen
Spanning
Stroomsterkte
Belangrijk om te weten

Slide 2 - Drag question

Grootheid 
Formule symbool
Eenheid 
Afkorting
Vermogen
Spanning
Stroomsterkte
Vul onderstaande tabel in.
timer
2:00
Volt
Ampère
A
V
P
Watt
U
I
W

Slide 3 - Drag question

Formules

Slide 4 - Slide

Welke formule gebruik je om het vermogen van een apparaat te berekenen in Watt?

Slide 5 - Open question

Sorteer de formules
Basisformule
Omgebouwde formule
s=vxt
P=UxI
I=P/U
U=P/I
v=s/t
t=s/v

Slide 6 - Drag question

Schakelingen

Slide 7 - Slide

Dit is een .. schakeling
A
Gemengde schakeling
B
Parallelschakeling
C
Serieschakeling

Slide 8 - Quiz

Bij een serieschakeling kan je de lampjes 1 voor 1 uitzetten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

In een parallelschakeling krijgt ieder lampje evenveel spanning
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Schakelaar
Schakelschema
Stroom
Stroomkring
Symbool
Eenvoudige tekening van een
stroomkring.
Eenvoudig teken voor iets uit de
werkelijkheid.
Onderdeel van een stroomkring
waarmee je de stroomkring kunt
onderbreken of sluiten.
Elektriciteit die door een geleider
beweegt, bijvoorbeeld een draad.
Verbinding van de plus naar de min van een spanningsbron.

Slide 12 - Drag question

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 13 - Quiz

Welk soort schakeling is dit?
A
een serie schakeling
B
een parallel schakeling

Slide 14 - Quiz

In een parallel schakeling:
de stroom ....
A
verdeelt zicht
B
is overal gelijk

Slide 15 - Quiz

Welke van deze 4 schakelingen zijn parallel schakelingen?
A
A
B
C en D
C
B en C
D
B, C en D

Slide 16 - Quiz

Is dit een serie- of parallel-
schakeling?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 17 - Quiz

Wat is het formule om vermogen te berekenen?
A
P = U : I
B
I = P X U
C
I = U : P
D
P = U X I

Slide 18 - Quiz

Bereken het vermogen in kiloWatt als het vermogen 250 W is.
A
250 000 kW
B
0,250 kW
C
2,5 kW
D
25 kW

Slide 19 - Quiz

Het symbool van vermogen is ........ en de eenheid van vermogen is......... .

A
P ; W
B
U ; V
C
I ; A
D
P ; mA

Slide 20 - Quiz

Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampère
C
9 Volt
D
6 Watt

Slide 21 - Quiz

Wat is het vermogen?
A
12 Watt
B
0,3 Watt
C
0,083 Watt
D
3 Watt

Slide 22 - Quiz

Formule van vermogen is
A
vermogen = spanning / stroomsterkte
B
vermogen = spanning x stroomsterkte
C
vermogen = spanning + stroomsterkte
D
vermogen = spanning - stroomsterkte

Slide 23 - Quiz