Quiz tijdvak 6 & 7

Tijdvak 6 & 7
Ben jij al klaar voor de toets?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijdvak 6 & 7
Ben jij al klaar voor de toets?

Slide 1 - Slide

Welke handel bracht in de zeventiende eeuw het meeste op?
A
West-Indische handel
B
Oost-Indische handel
C
Hanze-handel
D
Oostzeehandel

Slide 2 - Quiz

Wat is GEEN specifiek voordeel van een stapelmarkt
A
Constante aanvoer van producten
B
Verschillende producten aan kunnen bieden op één plek
C
In kunnen spelen op de markt
D
Betere bescherming van handelswaar

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar? Mercantilisme houdt in dat de export bemoeilijkt en de import gestimuleerd wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Waardoor week de culturele bloei van de Republiek af van die in andere landen?
A
Er woonden veel beroemde schilders in de Republiek
B
In de Republiek was meer geld voor kunst en cultuur
C
Er was hier geen hofcultuur, maar een burgercultuur
D
De mensen in de Republiek hadden een bijzondere smaak

Slide 5 - Quiz

Welke periode kun je zien als een aanloop naar de wetenschappelijke revolutie?
A
De Renaissance
B
De Nederlandse Opstand
C
Het absolutisme
D
De protestantse reformatie

Slide 6 - Quiz

Op de plantages in Amerika werden Afrikaanse slaven gebruikt omdat:
A
De Afrikanen bestand waren tegen het werk op de plantages
B
De Afrikanen graag naar de nieuwe wereld wilden
C
De Afrikanen als minderwaardig werden gezien
D
De Afrikanen expertise hadden op het gebied van plantages

Slide 7 - Quiz

In de tijd van de verlichting werd rationalisme voor het eerst:
A
vastomlijnd gedefinieerd
B
toegepast in de wetenschap
C
toegepast op álle terreinen van de samenleving
D
gecombineerd met religie

Slide 8 - Quiz

Verlichtingsidee
Omschrijving
Trias politica
Maatschappelijk verdrag
Vrije markt economie
Scheiding tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Bedoeld om een machtsbalans te creeëren. 
Het idee dat de koning zijn macht via een soort (fictief) contract van het volk krijgt en dus in hun naam regeert. 
Het idee dat mensen altijd in hun (economische) eigenbelang handelen en je dat niet moet hinderen. 

Slide 9 - Drag question

De uitspraak 'ik denk, dus ik besta' past goed bij de Verlichting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Volgens de verlichters is een koning verantwoording schuldig aan:
A
God
B
Het volk
C
Zijn ministers
D
Niemand

Slide 11 - Quiz

Welke zin past het beste bij het verlicht absolutisme?
A
Na ons de zondvloed
B
Ik ben de staat
C
Alles voor het volk, niets door het volk
D
Ik denk dus ik ben

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
De eed op de kaatsbaan
Nacht van de offers
Afschaffing monarchie
Terreur
Staatsgreep Napoleon

Slide 13 - Drag question