3.1 Verlichting

4. Pruiken en revoluties
De Verlichting
Tijdvak 7
Pruiken waren de mode tussen 1700 en 1800
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4. Pruiken en revoluties
De Verlichting
Tijdvak 7
Pruiken waren de mode tussen 1700 en 1800

Slide 1 - Slide

In deze paragraaf leer je:
  • Welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk
  • Hoe de verlichting zorgde voor een andere manier van denken
  • Welke kritiek er was op de samenleving

Slide 2 - Slide

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)

Slide 3 - Slide

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid

Slide 4 - Slide

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel

Slide 5 - Slide

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
--> bidden
Tweede stand
Adel
--> Koning helpen bij bestuur
Derde stand
De rest (Boeren & Burgers)
--> voedsel

Slide 6 - Slide

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 7 - Slide

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 8 - Slide

Leg de afbeelding uit

Wie zie je?

Wat is de boodschap van de maker?

Slide 9 - Slide

Wat werd er anders?

Slide 10 - Slide

Kritiek op de standenmaatschappij
Volgens verlichte denkers waren alle mensen van nature gelijk
Daarom moesten er mensenrechten komen
En een rechtstaat
Rechten die voor alle mensen golden, zoals vrijheid van godsdienst en meningsuiting
Staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden

Slide 11 - Slide

John Locke
Een koning krijgt zijn macht niet van god, maar van het volk

Als de koning zijn macht misbruikt mag het volk hem afzetten

Slide 12 - Slide

Montesquieu
Absolutisme leidt tot onderdrukking
Het gezag moet gescheiden zijn over drie machten
(Trias Politica)
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht

Slide 13 - Slide

Rousseau
Koning is overbodig.

Er moet een parlement komen.

Slide 14 - Slide

Voltaire
God heeft de wereld als een klok geschapen.

Nu loopt de klok zelf, invloed god is weg.

Slide 15 - Slide

Mensen hadden veel wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen gedaan
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 16 - Quiz

Mensen kregen andere ideeën over godsdienst
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 17 - Quiz

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 18 - Drag question

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 19 - Drag question

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 20 - Drag question

Aan de slag
Eerst: Lezen 4.1 Verlichting.
Daarna: Maken opdrachten 3 t/m 10
Klaar: Werken aan samenvatting.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Aan de slag
Eerst: 4.1 Verlichting opdracht 3 t/m 16, behalve 13.

Slide 23 - Slide