week 46 les 1 Grammatica Hf 2 zinsdelen werkwoordelijk gezegde

leesboek
laptop dicht

WELKOM
 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

leesboek
laptop dicht

WELKOM
 

Slide 1 - Slide

JIJ toets

eindniveau groep 8 = 60 ontwikkelscore (1F) Geen cijfer 
okt 2021 - score Hoe ontwikkel je in lezen? mei 2022 - score
                              Het gaat om de voortgang!
 
Begrijpen                                 15 vragen
Evalueren                                  1 vraag
Interpreteren                           8 vragen
Opzoeken                                 3 vragen
Techniek en woordenschat 3 vragen

> Hoe ga je je verder bekwamen in leesvaardigheid / begrijpend lezen? 
Veel lezen. Kilometers maken! 
Begrijpen van zinsbouw, context, woordenschat! 

Slide 2 - Slide

les 1
1.  Lezen 10 min. 

2. Leerdoelen werkwoordelijke gezegde - Doe je mee met de uitleg?
3. Aan de slag
     Ondertussen Resultaat JIJ toets bespreken
           
4. Evaluatie van de les (5 min)


Slide 3 - Slide

Hf 2 Gramm. zinsdelen
werkwoordelijk gezegde (wg)
 
Leerdoelen
1. Je kunt het wg in een zin noemen.
2. Je kunt uitleggen uit welke onderdelen het wg bestaat. 
3. Je kunt zelf zinnen maken met verschillende wg.
   
Bestudeer de theorie
Oefenen

Verplicht: Hf 2 grammatica zinsdelen online leerroute 
Keuze: De Brug hf 2 opdr. 8 en 9

Doe je mee met de uitleg?

Slide 4 - Slide

Persoonlijk Leren.
Welke keuzes maak jij? Kun je je keuze uitleggen?
A1  Ik volg de uitleg in de online methode 
A2 Ik doe mee met de uitleg van de docent.

B1  Ik werk uit mijn leerboek en kijk regelmatig na.
B2 Ik volg de online methode en lees de feedback.

C1 Ik werk zelfstandig aan de opdrachten.
C2 Ik werk samen aan de opdrachten.

INSTRUCTIETAFEL

Slide 5 - Slide

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde


1 - De persoonsvorm is altijd onderdeel van het wg.
2 - Soms bestaat het wg uit meerdere werkwoorden.
3 - te of aan of aan het vóór een werkwoord horen bij het wg.
            De klas is aan het luisteren.
4 - Soms is het wg een werkwoordelijke uitdrukking.
            De inbreker liep al gauw tegen de lamp.

Slide 6 - Slide

OPDRACHT

Noteer het werkwoordelijk gezegde.
Zet de persoonsvorm steeds voorop!

Slide 7 - Slide

Noteer het werkwoordelijk gezegde.
Schrijf de pv vooraan.

1. Annabella fietste naar de sportclub.
2. Opa Jansen en zijn kat slapen in een hangmat.
3. Wanneer lees jij dat boek uit?


Slide 8 - Slide

Noteer het werkwoordelijk gezegde.
Schrijf de pv vooraan.

4. Hoeveel ijsjes hebben die meisjes samen gekocht?

5. Zou je dat graag willen weten?

6. Zou dat gevangen konijn gered willen worden?

7. Wanneer werd de wielrenner voorbereid op de race?

Slide 9 - Slide

Noteer het hele werkwoordelijk gezegde.
Schrijf de pv vooraan.

8. Het Nederlands team dacht de wedstrijd te winnen.
9. Trainer Van Gaal stak zijn spelers een hart onder de riem.
10. De F1 supporters waren voor Max aan het juichen.
11. Max ging er als een speer vandoor!

Slide 10 - Slide

Hf 2 Gramm. zinsdelen
werkwoordelijk gezegde (wg)
 
Leerdoelen
1. Je kunt het wg in een zin noemen.
2. Je kunt uitleggen uit welke onderdelen het wg bestaat.  
 3. Je kunt zelf zinnen maken met verschillende wg. 

Bestudeer de theorie!
Oefenen

Verplicht: Hf 2 grammatica zinsdelen online leerroute 
Keuze: De Brug hf 2 opdr. 8 en 9

Slide 11 - Slide

EVALUATIE
Wat weet je nu
over het wg?
Noem 4 dingen.
Wat doe je voor morgen?

Slide 12 - Slide

Dank je wel !
Tot de volgende keer!

Slide 13 - Slide

Werkwoorden
voltooid deelwoord (vd)  - onvoltooid deelwoord (od)

Hij heeft de marathon gelopen.    Hij loopt zingend naar huis.
Zij heeft heel erg gehuild.    Huilend zit het meisje in de klas.
Wat is het vd?
Wat is het od?
Hoe herken je het vd en het od?

Slide 14 - Slide

Hoe tevreden ben je
over wat je nu al weet over lidwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Hij heeft de marathon gelopen.    De gelopen marathon was zwaar. 
Hij gaat daarna lopend naar huis.

De taartjes zijn gebakken.   De gebakken taarten staan in de koelkast.
Maak nu een zin met een od.


Een bn gemaakt van een vd.

Noem het vd, od, bn.

Slide 16 - Slide

KLOPT HET?
Leg uit met de kenmerken 
van de woordsoorten.
In de oude krant heeft een 
sportief bericht gestaan over prestaties van het sterke team.

Slide 17 - Slide

WEEKTAAK 45   (afhebben vóór 15 nov)
Grammatica woordsoorten hf 1 en 2

De Brug opdr 1  t/m 5
Hf 1 Startopdr. en opdr. 1 en 2
Hf 2 Startopdr. en opdr. 1 t/m 4 

Slide 18 - Slide

Theorie woordsoorten hf 1 en 2
Hoe heb jij de theorie verwerkt?
Heb je kenmerken en uitzonderingen
genoemd bij de woordsoorten?
Theorie over lidwoord 
 bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord         
Afhebben 
donderdag  
11 november 

Slide 19 - Slide

In de krant stond 
een sportief bericht 
over prestaties van het vorig jaar.
Kun je  lidwoorden,      bijvoeglijke naamwoorden,
zelfstandig naamwoorden
in deze zin noemen?        
Welke kenmerken van de woordsoorten
kun je noemen / uitleggen?
Terugblik / evaluatie op de les

Slide 20 - Slide

In de tuin van Klaas ligt
onze oma te zonnen.
Hoeveel zinsdelen tel je?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 21 - Quiz

De etende plant was erg snel gegroeid.

Wat is de persoonsvorm?


A
etende
B
was gegroeid
C
was
D
gegroeid

Slide 22 - Quiz

Laat dat hondje met rust!
In deze zin staat een onderwerp.
A
juist
B
niet juist
C
weet ik niet

Slide 23 - Quiz

Welke zinnen zijn waar?
A
Elke zin heeft een onderwerp.
B
Onderwerp enkelvoud? Persoonsvorm ook enkelvoud
C
Onderwerp staat naast de persoonsvorm.
D
Bij een vraag is het onderwerp het 2e zinsdeel.

Slide 24 - Quiz

Groepsopdracht 15 minuten
Maak een grote spiekbrief over 
zinsdelen zoeken
persoonsvorm 
onderwerp
Wat schrijf jij in een goede spiekbrief?


Slide 25 - Slide

Wanneer is het een handige spiekbrief? 
zinsdelen 
persoonsvorm 
onderwerp
Schrijf groot!
Elk zinsdeel heeft een plek!
Help elkaar.
Werk goed door.

Slide 26 - Slide

Wat vind je handig om te leren?
Noem één ding op jullie spiekbrief
waardoor je iets nu beter kan leren?



Slide 27 - Slide

Bedenk een zin met 3 zinsdelen.
Het onderwerp bestaat uit 3 woorden.

Slide 28 - Open question

Schrijf een zin
zonder onderwerp op.

Slide 29 - Mind map

In de tuin van Klaas ligt onze oma te zonnen.
Schrijf het aantal zinsdelen van de zin op.
(Kun je elk zinsdeel ook noemen?)

Slide 30 - Open question

Weektaak week 41
Hf 1 Grammatica zinsdelen
Theorie bestuderen
Volg online route
Extra oefenen hf 1 en 2
Training
Klaar? Maak een keuze:
Leer de theorie (woordweb, vragen bedenken...)
Online Extra oefenen / Trainen
Ga lezen.
Huiswerk voor ander vak

Opdrachten zijn af en theorie ken je vóór de herfstvakantie!

Slide 31 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
persoonsvorm             Opa leest in de tuin.

infinitief                         Opa          in de tuin                     .

voltooid deelwoord    Opa        in de tuin             .

te / aan                 Opa zit te lezen. Opa is aan het lezen.
werkwoordelijke uitdrukking = wwg
                               Opa ligt in een deuk!

pv
infinitief
pv
vdw

Slide 32 - Slide

Hf 2 Leerdoelen grammatica zinsdelen

werkwoordelijk gezegde (wg)
Je kunt het wg in een zin vinden.


Je kunt uitleggen hoe het zit.

Slide 33 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Kun je het uitleggen?
Op de toets werd de klas stevig aan de tand gevoeld.

Slide 34 - Open question

                        donderdag - JIJ toets
                (begrijpend lezen / leesvaardig)

Doe je best! Resultaat is belangrijk!
Goed begrijpen van teksten is voor alle vakken belangrijk!

Toetsopstelling: rustig kunnen werken



inloggen.toets.nl 
gebruikersnaam: EHL + leerlingnummer (bijvoorbeeld EHL014203)
wachtwoord: E + de geboortedatum voluit (bijvoorbeeld E24091999)


Slide 35 - Slide

inloggen.toets.nl
gebruikersnaam: EHL + leerlingnummer (bijvoorbeeld EHL014203)
wachtwoord: E + de geboortedatum voluit (bijvoorbeeld E24091999)

Slide 36 - Slide

Onze jongste buurjongen Robin heeft
gisteren zijn tweede verjaardag bij opa en oma gevierd.
WAT WEET EN KAN JE AL(weer)?
Luister naar de vraag.
Om de beurt antwoorden.

Slide 37 - Slide

              WEEKTAAK is af vóór de herfstvakantie!
              Grammatica zinsdelen hf 1 

Bestudeer eerst de theorie. Je kunt het uitleggen.
Maak daarna de bijbehorende opdrachten.

Online leerroute volgen

Startopdracht
Theorie bestuderen en kennen
Startopdracht en opdr. 1 t/m 4 maken







Slide 38 - Slide


Overleg samen.

Bedenk zoveel mogelijk verschillende
zinnen met deze zinsdelen.
Noteer de zinnen. Let op de formulering!

mijn hond en ik / gewandeld / in het bos /
hebben / tijdens de regen





Slide 39 - Slide


A

B
Wat hoort er bij grammatica?
Overleg samen.
Schrijf elk minimaal 6 dingen op.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link