Grenzen aangeven

Grenzen aangeven, hoe doe je dat?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MentorlesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Grenzen aangeven, hoe doe je dat?

Slide 1 - Slide

Tip 1: blijf vriendelijk en rustig
Het komt niet vaak voor dat een ander expres jouw grenzen overschrijdt. Blijf vriendelijk.

Vaak hebben mensen niet door dat ze een grens overschrijden. Zeg in elk geval de eerste keer vriendelijk dat zij een grens overschrijden. Boos worden kan altijd nog.

Slide 2 - Slide

Tip 2: geef een tip
Soms weet de ander niet hoe het anders kan. Als jij meteen een tip meegeeft, kan de ander gemakkelijk het gedrag veranderen

Zeg: “Ik vind het niet prettig als je telkens te laat komt, misschien kun je een herinnering in je telefoon zetten?”


Slide 3 - Slide

Tip 3: leg uit waarom
Geef aan waarom je iets niet prettig vindt. De kans is dan veel groter dat er naar je wordt geluisterd.

Zeg: “Ik vind het niet prettig dat je te laat bent. Want daardoor moet ik op je wachten.” De kans dat de ander je begrijpt en er de volgende keer dus rekening mee houdt is nu véél groter.



Slide 4 - Slide

Tip 4: blijf bij jezelf en bij één voorbeeld
Als je vanuit jezelf spreekt en het bij één aanwijsbaar voorbeeld houdt, voorkom je discussie. Spreek dan altijd vanuit ‘ik’, oftewel: de ik-boodschap.
Zeg: “Ik vind het vervelend dat je te laat bent,” in plaats van “Jij komt altijd te laat.” Met de laatste manier val je de ander aan. De ander zal dan verdedigen in plaats van rekening houden met wat jij belangrijk vindt of verontschuldigingen aanbieden.




Slide 5 - Slide

Hierna volgen voorbeelden van op een slechte manier je grens aangeven.

Bedenk bij elk voorbeeld hoe het beter kan.

Denk hierbij aan de vier tips:
1. blijf vriendelijk en rustig
2. geef een tip
3. leg uit waarom
4. hou het bij jezelf (ik ....)

Slide 6 - Slide

Aan tafel: “Bah, je zit altijd met open mond te eten!”

Slide 7 - Open question

Een collega roept: “Laat me met rust, ik heb geen tijd.”

Slide 8 - Open question

Instagrambericht: “Die foto haal je eraf, vandaag!”

Slide 9 - Open question

Met een vriend: “Oh sorry hoor, ik wist niet dat je zo gevoelig was!?”

Slide 10 - Open question