Les 4 Persoonlijke voornaamwoorden

1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

kies het juiste lidwoord: libros
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 3 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:
... ventana
A
la
B
el
C
los
D
las

Slide 4 - Quiz

Kies het juiste bepaalde lidwoord :

'chico'
A
el
B
la

Slide 5 - Quiz

Woorden zoals Verdad, estación, chica zijn...
A
mannelijk en hebben het lidwoord el / un
B
vrouwelijk en het het lidwoord la / una

Slide 6 - Quiz

zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -o- zijn over het algemeen:
A
mannelijk en hebben het lidwoord el/un
B
vrouwelijk en hebben het lidwoord la /una

Slide 7 - Quiz

Wat is het juiste bepaalde lidwoord?

................sillas.

A
unos
B
unas
C
las
D
los

Slide 8 - Quiz

bedankt
ja
vandaag
tot ziens
vriend/-in
week
hallo
welkom
graag gedaan
alstublieft
bienvenidos
por favor
Muchas gracias
de nada
amigo/amiga
hoy
semana
hola
adios
si

Slide 9 - Drag question

maak meervoud:
un libro

Slide 10 - Open question

maak meervoud:
el hotel

Slide 11 - Open question

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Ik

Jij

U

Hij

Zij
Wij

Jullie

Zij (mv)

Zij (mv)
(Mannelijk)
Zij  (mv)(Vrouwelijk)
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 14 - Slide

Spaanse Voornaamwoorden
Nederlandse vertaling
Enkelvoud                          Meervoud

Slide 15 - Slide

Let op!
Maria y yo = nosotros (wij)
Maria y tú = vosotros (jullie)
Juan y Maria = ellos (zij)
Los chicos = ellos (zij)
El señor Márquez = él (hij)


Slide 16 - Slide

Nosotros
Yo 
Ellos/ellas 
tú 
él/ella
Jullie
Wij  
jij 
ik
Hij/zij  
Zij (mv) 
Vosotros 

Slide 17 - Drag question

Ella
El
Yo
Ellas
Ellos
Nosotros
Usted
Ustedes

Slide 18 - Drag question

Oefenen met klanken
De link op de volgende slide brengt je naar een site waar je kan oefenen met de uitspraak. 
Je gaat actividad 1  doen, waarin je de geschreven woorden moet inspreken en het word aangegeven of je dat goed doet.
Ook maak je actividad 3  waarin verschillende 'mensen' de woorden op de lijst uitspreken. Kan jij de twee personen vinden die niet spaans zijn? 
en actividad 4 moet je het doolhof uit zien te komen door de woorden te verbinden waar de klank 'se, z, of si' in zit. Probeer het eerst door zelf de woorden uit te spreken en daarna door naar het geluidsfragment te luisteren. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Maak nu werkblad 4 In teams. 

Slide 21 - Slide