TH 3.3 Centrum en periferie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Arm en rijk

Programma (50 min)

• Vorige les
• Nakijken opdracht 11 t/m 16
• Lezen par. 3
• Uitleg par. 3: Centrum en periferie
• Zelfstandig werken aan opdrachten 

wat is de armoede grens?

1. het maximale bedrag dat je nog hebt om te werken
2. het bedrag dat je aan luxe producten kunt besteden
3. het minimale bedrag dat je nodig hebt om te leven

Waarom zegt bbp minder over de rijkdom van het land dan bbp per hoofd?

Waar liggen de landen met het hoogste BBP per hoofd?

1. Afrika en Zuid-Azië
2. in West -Europa, Noord-Amerika en Australië
3. Midden- en Zuid-Amerika
4. Rusland en China

wat zijn ontwikkelingskenmerken?

Nakijken

Open je tekstboek op bladzijde 70 

Open je werkboek op bladzijde 59

nakijken: 11 t/m 16

Hoofdstuk 3: Arm en Rijk 

Paragraaf 3.3 Centrum en Periferie

3. Centrum en periferie 

Leerdoelen §3

1. Je kunt de wereld indelen in centrum, semiperiferie en periferie.
   
   
   
2. Je kunt de kenmerken van het centrum, de semiperiferie en de periferie benoemen.
   
   
3. Je kunt uitleggen hoe het centrum, de semiperiferie en de periferie van elkaar afhankelijk zijn.

We gaan lezen

 TB blz. 72 en 73

 t/m: Semiperiferie

Centrum

• Vooral Westerse landen.
• Rijk en machtig
• Levert voornamelijk diensten en ingewikkelde industrieproducten
• Goede zorg en onderwijs

Periferie

• Ontwikkelingslanden
  
• Landen zijn arm en hebben geen macht
• Veel mensen leven onder de armoedegrens
  
• Slechte gezondheidszorg -> lage levensverwachting
  
• Leveren vooral landbouwproducten en grondstoffen

Semiperiferie

• Zit tussen de periferie en het centrum in
• Opkomende landen zoals: Brazilië, Rusland, India en China
• Verkoopt vooral eenvoudige industrieproducten
• Klein beetje macht

Centrum, semiperiferie of periferie?

1. Centrum
2. Periferie
3. Semiperiferie

Wat is geen centrum land?

1. Amerika
2. Australië
3. Duitsland
4. China

Aan de slag

• Open je TB op blz. 72 en WB blz. 61
• Maak vraag 1 t/m 9 (huiswerk als dit niet afkomt)
• Eerst 5 min in stilte, daarna zachtjes overleggen.
• Vraag? -> Steek je vinger op, dan kom ik bij je langs.
• Klaar? -> Werk leerdoel 2 uit van de leerdoelen van deze paragraaf.

Wat heb je deze les geleerd?

Leerdoelen §3

1. Je kunt de wereld indelen in centrum, semiperiferie en periferie.
   
   
   
2. Je kunt de kenmerken van het centrum, de semiperiferie en de periferie benoemen.
   
   
3. Je kunt uitleggen hoe het centrum, de semiperiferie en de periferie van elkaar afhankelijk zijn.

wat voor prodcuten gaan er over en weer? 

Aan de slag

• Open je TB op blz. 72 en WB blz. 61
• Maak vraag 9 t/m 16
• Stil geen overleg
• Vraag? -> Steek je vinger op, dan kom ik bij je langs.
• Klaar? -> Werk leerdoel 1, 2 en 3 uit

15 min -> daarna gaan wij nakijken

Zet de zinnen in de juiste volgorde.

Benin exporteert palmolie naar Nederland

Unilever produceert margarine in Rotterdam

Het hoofdkantoor van Unilever bepaalt dat er een miljoen kuipjes magarine moeten worden gemaakt. 

Unilever bestelt grondstoffen

Benin koopt kuipjes margarine uit Nederland

Wat moet je nu kunnen en kennen? 

Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 

Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.

Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Begrippen

• Centrum

• Periferie

• Semiperiferie

• Westerse landen

• Ontwikkelingslanden

• Derdewereldlanden

• Opkomende economieën

centrum

periferie

armoede

landbouw

macht

rijkdom

sloppen

wijken

westerse

landen

goede gezondheidszorg

ontwikkelingslanden

centrum

semiperiferie

periferie

Somalie 

Nederland 

Rusland