3.2 Democratie in Nederland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

H3 Burgers en stoommachines

3.2 Democratie in Nederland

Programma 60 minuten online

• (20 min) Vorige les 5 vragen. + foto delen huiswerk
• (10 min) Interactieve uitleg + video 2:00 min
• (20 min) Huiswerk via werkboek: foto inleveren Teams of lessonup)
  
• (10 min) Terugblik: 4 meerkeuze vragen

Toetsstof: 3.1 t/m 3.3 (toetsweek)

Deel hier een foto van je huiswerk. van 3.1 industrie en samenleving. blz. 48-49

Tijd van Burgers en Stoommachines

Tijdvak 8: 1800-1900.

Moderne tijd: 1800 - heden. 

Waar begon de Industriële Revolutie?

1. Nederland
2. Frankrijk
3. Groot-Brittannië
4. Spanje

Leg het begrip Industriële samenleving?

Waarom begon de Industriële Revolutie in Groot-Brittannië?

1. Ze hadden veel werklozen
2. Ze vonden daar de stoommachine uit.
3. Ze hadden daar steenkool.
4. Er was veel vraag naar producten

Wat zijn oorzaken voor de industriële revolutie?

Wat zijn de gevolgen van de Industriële Revolutie?

H3 Burgers en stoommachines

3.2 Democratie in Nederland

Lesdoelen

• Je kunt uitleggen hoe Nederland van 1815 wordt bestuurd
• Je kunt uitleggen waarom Willem II toch akkoord gaat met de nieuw grondwet en zijn macht inlevert
• Je kunt uitleggen wat er veranderde vanaf 1848.
• Je kunt uitleggen hoe de uitbreiding van het kiesrecht verliep.

H3 Burgers en stoommachines

3.2. Democratie in Nederland

Zelfstandig lezen: blz. 43 - 44

• Wat zijn de belangrijkste verschillen hoe Nederland wordt bestuurd vanaf 1815 en vanaf 1848.
• Noem minstens 2 verschillen.

Wat zijn de belangrijkste verschillen hoe Nederland wordt bestuurd voor 1848 en na 1848?

Hoe zag het bestuur van Nederland er uit 

tussen 1815-1848?

Het bestuur van Nederland: 1815

De Grondwet van 1848

Rudolf Thorbecke (liberaal)

Grondwet van 1848

Videovraag: Waarom gaat Koning Willem II akkoord met een nieuwe grondwet? 

Veranderingen vanaf 1848

1815

1848

H3 Burgers en stoommachines

3.2 Democratie in Nederland

Huiswerk

• Zelfstandig werken 
• Weet je het antwoord niet? Lees de tekst in je leerboek nog eens goed door
• Kom je er niet uit? Stel je vraag aan mij. Kan via de chat / of via de microfoon.

Lezen LB	Theorie	blz.43-44
Maken WB	Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 6,	blz. 50-51
Klaar? WB	Test jezelf opdracht 3 & 4	blz. 60

"De koning heeft alle macht"
Welk begrip hoort hierbij?

1. abolutionisme
2. nationalisme
3. feminisme
4. absolutisme

Wie hebben er kiesrecht in 1848?

1. Mannen mogen stemmen
2. Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
3. Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
4. Niemand mag stemmen

Onschendbaarheid betekent:

1. Ministers kunnen niet vervolgd worden
2. Koning is niet verantwoordelijk voor politiek
3. Koning mag niets zeggen
4. Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Hoe heette de eerste koning van de Nederlanden?

1. Willem I
2. Willem V
3. Lodewijk Napoleon
4. Napoleon