This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Als je de zin vragend maakt, komt de pv vooraan te staan
Bijvoorbeeld: Henry maakt zijn huiswerk
Vragend: Maakt Henry zijn huiswerk?
Maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd
Maak van de verleden tijd de tegenwoordige tijd
Bijvoorbeeld: Marko voetbalt iedere avond
Andere tijd: Marko voetbalde iedere avond
Maak van meervoud enkelvoud
Maak van enkelvoud meervoud
Bijvoorbeeld: Henk fietst door de straat
Getal veranderen: Henk en Jessica fietsen door de straat