HS 6: de ambtenaar

HS6: de Ambtenaar 
6.1 de straat  
Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen hoe collectieve voorzieningen worden georganiseerd. (KGT + basis) 
  2. Ik kan uitleggen hoe maatschappelijke kosten ontstaan en aangeven hoe de overheid deze bestrijdt. (basis)
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

HS6: de Ambtenaar 
6.1 de straat  
Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen hoe collectieve voorzieningen worden georganiseerd. (KGT + basis) 
  2. Ik kan uitleggen hoe maatschappelijke kosten ontstaan en aangeven hoe de overheid deze bestrijdt. (basis)

Slide 1 - Slide

Collectieve voorzieningen
  • Voorziening van de overheid die deels of geheel wordt betaald door belastinggeld. 

Slide 2 - Slide

De overheid
- Betaalt, onderhoudt, regelt het gebruik en let op de naleving van de regels van collectieve voorzieningen

Slide 3 - Slide

Maatschappelijke kosten
  •  Vervuiling door productie van bedrijven.

  • Vervuiling door consumptie.

  • Milieuwetten door de overheid om dit te voorkomen.

Slide 4 - Slide

Rekentrainer paragraaf 1
 Hoeveel % is 391 van 894?
Voor deze som gebruik je de formule:

Deel : geheel x 100

391 : 894 x 100 = 43,7%

Slide 5 - Slide

Opdracht: 
  1. Geef 1 voorbeeld van een collectieve voorziening.
  2. Geef aan welke regels hier gelden.
  3. Wie onderhoudt deze voorziening?
  4. Wie betaalt dit? 

Slide 6 - Slide

KGT Maken: 
  • Pagina 40 tot en met 43
  • Online opdrachten van paragraaf 1
  • Sluit af met de ''test jezelf''
  • Rekentrainer pagina 67. 

Slide 7 - Slide

Basis maken
  1. Pagina 31 tot en met 35. 
  2. Online opdrachten van paragraaf 6.1
  3. Sluit af met ''test jezelf''

Slide 8 - Slide

HS6: de Ambtenaar 
6.2 Het stadspark   
Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen hoe maatschappelijke kosten ontstaan en aangeven hoe de overheid deze bestrijdt. (KGT)

Slide 9 - Slide

Maatschappelijke kosten
  •  Vervuiling door productie van bedrijven.

  • Vervuiling door consumptie.

  • Milieuwetten door de overheid om dit te voorkomen.

Slide 10 - Slide

De overheid
  • Ruimt vervuiling van milieu op.

  • Maakt wetten om het milieu te beschermen.

  • spoort overtreders op en bestraft deze.

Slide 11 - Slide

KGT Maken: 
  • Pagina 44 tot en met 47
  • Online opdrachten van paragraaf 2
  • Sluit af met de ''test jezelf''
  • Rekentrainer pagina 67.

Slide 12 - Slide

HS6: de Ambtenaar 
6.2 Sociale zekerheid   (basis)  
6.3 Zeker van je inkomen (kader)
Lesdoelen
  1. Ik kan omschrijven hoe de overheid zorgt voor sociale zekerheid. (basis)

Slide 13 - Slide

Sociale zekerheid
  • Geeft iedereen recht op geld om van te leven!

  • Waarom is dat nodig? 

Slide 14 - Slide

Wie moet dat dan betalen? 
  • Sociale premies en belastingen worden als loonheffing ingehouden van ieders inkomen. 

  • Eerlijk? 

Slide 15 - Slide

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = zonder sociale premies en belastingen.

  • Nettoloon = wat je overhoudt na sociale premies en belastingen. 

Slide 16 - Slide

Sociale wetten 
Voorbeelden: 

  • Werkloosheidswet
    WW-uitkering (duur, hoeveelheid en % laatst verdiende loon)

  • Participatiewet (Bijstand en aanvulling tot sociaal minimum)

Slide 17 - Slide

Rekentrainer 
bijstand – gezinsinkomen = uitkering
• er is te veel spaargeld: geen uitkering


Hoogte netto bijstandsuitkering vanaf 21 jaar (juli 2015)
alleenstaanden € 996,56
eenoudergezinnen* € 996,56
samenwonenden/gehuwden € 1.423,66
* Eenoudergezinnen krijgen een extra toeslag.

Vrijgesteld spaargeld voor bijstand
alleenstaanden € 6.020
meer personen € 12.040
bijstand – gezinsinkomen = uitkering

Voorbeeld: 
Vader met inkomen van € 500 krijgt 
(bijstand 996,56 - 500 = 469,56 bijstand)

Slide 18 - Slide

KGT Maken: 
  • Pagina 48 tot 51
  • Online opdrachten van paragraaf 3
  • Sluit af met de ''test jezelf''
  • Rekentrainer pagina 68.

Slide 19 - Slide

basis Maken: 
  • Pagina 36 tot 39
  • Online opdrachten van paragraaf 2
  • Sluit af met de ''test jezelf''
  • Rekentrainer pagina 52 (na les procenten)

Slide 20 - Slide

WERKVORM MINDMAP
Instructie
1. De docent maakt groepjes (5 groepjes van 3 en 1 groepje van 4)
2. Elk groepje maakt een mindmap van paragraaf 1 tot en met 3.
15 minuten
3. Vervolgens schuift een ander groepje aan. 
4. Daarna maken jullie een nieuwe mindmap (combinatie van beide groepen).
5. De mooiste mindmaps krijgen 0,5 punt extra op de toets.
15 minuten
6. Tot slot wijst de docent groepen aan om hun mindmaps te presenteren.
10 minuten

Slide 21 - Slide

HS6: de Ambtenaar 
6.3 Werken voor de overheid  (basis)  
6.4 Werken voor de overheid (kader)
Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat de collectieve en particuliere sector is. 
  2. Ik kan de rol uitleggen die de overheid daarin heeft en benoemen door wie deze taak wordt uitgevoerd. 

Slide 22 - Slide

De collectieve sector
  • Zorgt voor productie van de overheid. (bedrijven en instellingen die door de overheid worden beheerd of gesubsidieerd)

    Deze sector wordt betaald door: 

  • Subsidie = geld dat de overheid betaald voor zaken die de overheid belangrijk vindt. 

  • Sociale premies en belastinggeld

Slide 23 - Slide

De collectieve sector
  • wordt betaald door belastinggeld en sociale premies.

  • In de collectieve sector werken ambtenaren, medewerkers van instellingen voor sociale zekerheid en werknemers van gesubsidieerde instellingen. (BASIS+KADER)

  • Hoe zit dat met docenten?

Slide 24 - Slide

De particuliere sector
  • Alle bedrijven in handen van burgers (prive).

  • Mogen zelf weten wat ze produceren.

  • Moeten bestaan van hun verkoopopbrengsten.

Slide 25 - Slide

De overheid
  • Is klant van bedrijven in de particuliere sector

  • Zorgt voor infrastructuur. (Waarom is dat belangrijk?) (basis en kader)

  • Legt regels op aan de particuliere sector. (bijv. het verbieden van kartelvorming of het vergoeden van aangebrachte schade)

Slide 26 - Slide

KGT Maken: 
  • Pagina 52 tot 55
  • Online opdrachten van paragraaf 4
  • Sluit af met de ''test jezelf''
  • Rekentrainer pagina 68.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Basis Maken: 
  • Pagina 40 tot 43
  • Online opdrachten van paragraaf 3
  • Sluit af met de ''test jezelf''
  • Rekentrainer pagina 53 en 52 (procenten)

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

HS6: de Ambtenaar 
6.4 Inkomsten van de overheid  (basis)  
6.5 Inkomsten van de overheid (kader)
Lesdoelen
  1. Ik kan benoemen/uitleggen wat de inkomsten van de overheid zijn. 

Slide 31 - Slide

BTW
  • Belasting toegevoegde waarde

  • 9 % op (voedingsmiddelen, water, agrarische goederen, geneesmiddelen, hulpmiddelenkunst, verzamelvoorwerpen, antiekboeken en periodieken).

  • 21 % op alle andere goederen. 

Slide 32 - Slide

Een nieuwe fiets kost 300 euro exclusief 21 % BTW. Wat kost de fiets met BTW?

Slide 33 - Open question

Venootschapsbelasting
  • Naamloze vennootschap (nv) of besloten vennootschap (bv)

  • Ondernemingsvormen die een percentage van de nettowinst moeten afdragen aan belasting. 

Slide 34 - Slide

Inkomstenbelasting
Op inkomsten zoals: 

  • Huur
  • Inkomen
  • Pacht
  • Loon 
  • Rente

Slide 35 - Slide

Accijns
Belasting om te ontmoedigen: 
  • Benzine (zuiniger rijden)
  • Roken
  • Drank 

Slide 36 - Slide

Niet-belastingmiddelen
  • Inkomsten uit andere middelen
  • Belastingdienst verstuurt hier geen aanslagen voor. 

Slide 37 - Slide