This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waar kun je de hoofdgedachte van een tekst meestal vinden?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
In het antwoord op een met-eigen-woorden-vraag mag je een aantal termen uit de tekst letterlijk overnemen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Bij een met-eigen-woorden-vraag mag je het maximale aantal woorden met tien procent overschrijden.
A
Juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Bij het bepalen van de hoofdgedachte van de hele tekst let je vooral op de titel, de inleiding en het slot.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Bij het bepalen van de hoofdgedachte van een alinea of een groepje alinea's let je vooral op de kernzinnen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Alleen bij een 'in eigen woorden'-vraag mag je niet citeren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
aanleiding
A
Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
B
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
C
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
D
Vaststelling van een feit of verschijnsel
Slide 11 - Quiz
constatering
A
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
B
Vaststelling van een feit of verschijnsel
C
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
D
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
Slide 12 - Quiz
relativering
A
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
B
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren.
C
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
D
Nadenken over wat het beste is.
Slide 13 - Quiz
Definitie
A
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren.
B
Voorwaarde of beperking bij een toezegging
C
Nadenken over wat het beste is.
D
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Geef een waarderend argument bij de stelling: Scholen moeten open blijven (in tijden van corona).
Slide 17 - Open question
Benoem 1 en 2. Ik doe liever geen eindexamen (1), want als ik slaag moet ik naar een vervolgopleiding (2).
A
(1) standpunt, (2) argument
B
(1) argument, (2) standpunt
Slide 18 - Quiz
"Abortus moet verboden worden. Een ongeboren kind heeft ook recht om te leven!" Feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 19 - Quiz
De invoering van de OV-chipkaart heeft al veel problemen opgeleverd. Oplaadpalen doen het bijvoorbeeld vaak niet. Feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Welk argumentatiestructuur past bij de vorige vraag?
Slide 29 - Open question
Welke argumentatiestructuur? Ik ben niet meer verliefd op je en ik denk niet dat ik dat ooit weer word. We kunnen er beter een punt achter zetten.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend
C
Enkelvoudig
D
Neven- en onderschikkend
Slide 30 - Quiz
Welke argumentatiestructuur? Uiteindelijk wen je aan dat alcoholvrije bier. Je vergeet namelijk hoe echt bier smaakt. Dat is dus geen reden om alcohol te blijven drinken.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend
C
Enkelvoudig
D
Neven- en onderschikkend
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Hij is zeker weten Noors, want hij houdt niet van feestjes en draagt altijd een lange broek.
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeelden
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking
Slide 33 - Quiz
De politie moet hogere boetes uitdelen voor appen op de fiets. Dan zul je zien dat steeds minder mensen dit zullen doen.
A
Oorzaak-gevolg
B
voor- en nadelen
C
Kenmerk of eigenschap
D
vergelijking
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Slide
Wij hebben dit voorjaar in een hotel in Dresden gelogeerd. Het was er super schoon: de douche, het bed en de vloer waren om van te eten. Zie je wel dat Duitsers zeer net en hygiënisch zijn.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
Persoonlijke aanval
Slide 36 - Quiz
De mensen die het met staatssecretaris Dekker oneens zijn, moeten wel last van alzheimer-light hebben.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Onterecht beroep op autoriteit
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast
Slide 37 - Quiz
Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
Cirkelredenering
B
Overhaaste generalisatie
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Vertekenen van het standpunt
Slide 38 - Quiz
Sinds ze iPads op school gebruiken, zijn de resultaten voor de rekentoets achteruit gegaan.