This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Benoem 1 en 2. Ik doe liever geen eindexamen (1), want als ik slaag moet ik naar een vervolgopleiding (2).
A
(1) standpunt, (2) argument
B
(1) argument, (2) standpunt
Slide 4 - Quiz
"Abortus moet verboden worden. Een ongeboren kind heeft ook recht om te leven!" Feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 5 - Quiz
De invoering van de OV-chipkaart heeft al veel problemen opgeleverd. Oplaadpalen doen het bijvoorbeeld vaak niet. Feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 6 - Quiz
Argumentatie? Je rijdt veel te hard binnen de bebouwde kom: verkeersregels zijn er niet voor niets.
A
Algemene normen en waarden
B
Ervaring
C
Nut of gewenste gevolgen
D
voorbeeld
Slide 7 - Quiz
Argumentatie? Je kunt je inkopen het beste tijdens de opruiming te doen. Dan kun je spullen van goede kwaliteit kopen voor een betaalbare prijs.
A
Vergelijking
B
Gezag/autoriteit
C
Geloof
D
Ervaring
Slide 8 - Quiz
Argumentatie? De instelling van het team is bijzonder goed. Dat merk je wel aan de sfeer in de groep.
A
Vermoedens
B
Gevoel/emotie
C
Gevolg
D
Voorbeeld
Slide 9 - Quiz
Argumentatie? Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de oorlog tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal gisteren in Nieuwsuur niet gehoord?
A
Gevoel
B
Geloof
C
Gezag/autoriteit
D
Veronderstelling
Slide 10 - Quiz
Argumentatie? Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
A
Gevoel
B
Algemene normen en waarden
C
Gezag of autoriteit
D
Vergelijking
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Welk argumentatieschema? Zijn vader is onlangs overleden. De tentamenweek heeft daarom voor hem geen prioriteit
A
Kenmerk
B
Vergelijking
C
Autoriteit
D
Oorzaak en gevolg
Slide 13 - Quiz
Welk argumentatieschema? Je moet morgen wel naar de training komen. De coach heeft dat gezegd.
A
Voorbeeld
B
Vergelijking
C
Autoriteit
D
Oorzaak en gevolg
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Welke argumentatiestructuur past bij de vorige vraag?
Slide 22 - Open question
Welke argumentatiestructuur? Ik ben niet meer verliefd op je en ik denk niet dat ik dat ooit weer word. We kunnen er beter een punt achter zetten.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend
C
Enkelvoudig
D
Neven- en onderschikkend
Slide 23 - Quiz
Welke argumentatiestructuur? Uiteindelijk wen je aan dat alcoholvrije bier. Je vergeet namelijk hoe echt bier smaakt. Dat is dus geen reden om alcohol te blijven drinken.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend
C
Enkelvoudig
D
Neven- en onderschikkend
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Wij hebben dit voorjaar in een hotel in Dresden gelogeerd. Het was er super schoon: de douche, het bed en de vloer waren om van te eten. Zie je wel dat Duitsers zeer net en hygiënisch zijn.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
Persoonlijke aanval
Slide 26 - Quiz
De mensen die het met staatssecretaris Dekker oneens zijn, moeten wel last van alzheimer-light hebben.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Onterecht beroep op autoriteit
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast
Slide 27 - Quiz
Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
Cirkelredenering
B
Overhaaste generalisatie
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Vertekenen van het standpunt
Slide 28 - Quiz
Sinds ze iPads op school gebruiken, zijn de resultaten voor de rekentoets achteruit gegaan.
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Verkeerde vergelijking
C
Bespelen van publiek
D
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Slide 29 - Quiz
Doen
Vraag 31 tot en met 36 p. 53
Slide 30 - Slide
Drogreden? Die verslaggever van Nieuwsuur is altijd slordig gekleed en heeft een afstotelijk boksersneus. Naar zo iemand luister je toch niet graag?
A
Onjuist beroep oorzaak/gevolg
B
Persoonlijke aanval
C
Onjuist beroep op een kenmerk- of eigenschapsschema
D
Overdrijven voor- of nadelen
Slide 31 - Quiz
Drogreden? Het aantal mensen bij wie staar wordt geconstateerd, neemt de laatste jaren sterk toe. Mensen krijgen steeds slechtere ogen.
A
Overhaaste generalisatie
B
Ontduiken van bewijslast
C
Vals dilemma
D
Onjuist beroep op kenmerk/eigenschap
Slide 32 - Quiz
Drogreden? Als de examenklassen studieverlof hebben, hebben wij daar ook recht op.
A
Vertekenen van standpunt
B
Verkeerde vergelijking
C
Onjuist beroep oorzaak/gevolg
D
Bespelen van publiek
Slide 33 - Quiz
Drogreden? Ga toch niet skiën! Op alle skipistes ligt kunstsneeuw, zo'n vakantie is peperduur en de kans dat je op krukken terugkomt is levensgroot.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van standpunt
C
Vals dilemma
D
Overdrijven van voor- of nadelen
Slide 34 - Quiz
Drogreden? Die bejubelde tolerantie blijkt vandaag de dag in feite niets anders dan wegkijken. Niemand wil meer aangesproken worden op zijn gedrag en omgekeerd wil of kan niemand meer de ander daarop aanspreken.
A
Ontduiken van de bewijslast
B
Vals dilemma
C
Overhaaste generalisatie
D
Cirkelredenering
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Slide
Doen
Maken vraag 37 tot en met 40 p. 56
Slide 37 - Slide
Antwoorden opdr. 37 t/m 40, blz. 56
37. Kennis van de wereld // controleerbaarheid van uitspraken
38. Toereikendheid van de argumentatie
39. Partijdigheid bron (of deskundigheid bron, betrouwbaarheid bron)
40. Consistentie van de argumentatie
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Maken tekst: Leren lenen
Slide 45 - Slide
Wat zijn functiewoorden ook alweer?
Slide 46 - Open question
Wat is het verschil tussen een tegenwerping en een weerlegging?