Voegwoorden



lezen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson



lezen

Slide 1 - Slide

Voegwoorden
Hoe was 't ook alweer?

Slide 2 - Slide

Voegwoorden
want     maar    en    of    dus

Slide 3 - Slide

want
Ik ga naar bed.
Ik ben moe.
Ik ga naar bed, want ik ben moe.

Slide 4 - Slide

maar
Ik ga naar mijn vriend.
Hij is niet thuis.
Ik ga naar mijn vriend, maar hij is niet thuis.

Slide 5 - Slide

en
Ik drink koffie.
Ik eet een koekje.
Ik drink koffie en ik eet een koekje.

Slide 6 - Slide

of
Koop jij een nieuwe trui?
Koop jij een warme jas?
Koop jij een trui of koop jij een jas?

Slide 7 - Slide

dus
Ik ben ziek.
Ik ga naar de dokter.
Ik ben ziek, dus ik ga naar de dokter.

Slide 8 - Slide

Ik moet naar school, ____ik heb geen zin.
A
dus
B
want
C
maar
D
of

Slide 9 - Quiz

Ik heb hoofdpijn, ___ ik neem paracetamol.
A
en
B
dus
C
maar
D
want

Slide 10 - Quiz

Wasem komt uit Syrië ___ Marwan komt uit Jemen.
A
en
B
dus
C
want
D
of

Slide 11 - Quiz

Lisa pakt het schrift, ____ hij gaat nieuwe woorden opschrijven.
A
dus
B
maar
C
want
D
of

Slide 12 - Quiz

Blijf je binnen ___ ga je naar buiten?
A
dus
B
of
C
maar
D
want

Slide 13 - Quiz

Ik draag een zonnebril, ____ ik vind de zon te fel.
A
en
B
want
C
dus
D
of

Slide 14 - Quiz

Zij wil graag chocolade eten, .... zij heeft geen chocolade in huis.
A
want
B
omdat
C
dus
D
maar

Slide 15 - Quiz

De deur moet dicht, ..... anders wordt het koud.
A
want
B
omdat
C
of
D
dus

Slide 16 - Quiz

dobbelsteen
1. Lichaam
2. Vraagwoorden. Stel iemand een vraag.
3. Voegwoorden, maak een zin met....
4. Verleden tijd.
5. Klokkijken
6. Tegenstelling

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken

Slide 18 - Slide