Dag 2

                                           Thema 4
eten
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

                                           Thema 4
eten

Slide 1 - Slide

beetje
  • niet veel
  • een klein deel
  • zin: Ik heb een beetje hoofdpijn. 
  • zin: In het glas zit nog een beetje water.
7

Slide 2 - Slide

het bord
  • plat rond ding
  • om eten op te leggen
  • het bord - de borden
  • zin: Mijn pasta ligt al op het bord.
  • zin: Ik heb een bord laten vallen.
8

Slide 3 - Slide

de boter
  • vet
  • gemaakt van melk 
  • voor op je brood
  • voor in de pan
  • zin: Ik smeer boter op mijn brood.
9

Slide 4 - Slide

breed
  • afstand 
  • van zijkant tot zijkant
  • breed < --- > smal
  • zin: De tafel is 50 cm breed.
  • zin: De kast is 2 meter hoog en 1 meter breed.
10

Slide 5 - Slide

de calorie
  • hoeveel energie
  • goed of slecht eten of drinken
  • te veel of te weinig 
  • de calorie - de calorieën
  • zin: In cola zitten veel calorieën.
12

Slide 6 - Slide

Hij drinkt zijn koffie met een .......... suiker en een .......... melk.
7
A
bitje
B
buutje
C
beetje
D
bietje

Slide 7 - Quiz

Waar zie je een bord?
8
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

9
Wat kun je doen met boter?

Slide 9 - Mind map

10
breed
smal

Slide 10 - Drag question

In chocola zitten 550 ........... Dit is ongezond.
12
A
suikers
B
cent
C
euro
D
calorieën

Slide 11 - Quiz