Tijdrekenen: Van seconden tot eeuwen

Tijdrekenen: Van seconden tot eeuwen
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tijdrekenen: Van seconden tot eeuwen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie rekenen met tijdseenheden, zoals uren, minuten, seconden, dagen, weken, maanden, kwartalen, jaren en eeuwen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het omrekenen van tijdseenheden?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Tijdseenheden
Uren, minuten en seconden omrekenen naar elkaar en naar dagen, weken, maanden, kwartalen, jaren en eeuwen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Uren, minuten, seconden
Omrekenen tussen uren, minuten en seconden. Bijvoorbeeld: 2 uur naar minuten, 300 seconden naar minuten, etc.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Dagen, weken, maanden
Rekenen met dagen, weken en maanden. Bijvoorbeeld: 3 weken naar dagen, 2 maanden naar weken, etc.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kwartalen, jaren
Omrekenen tussen kwartalen en jaren. Bijvoorbeeld: 2 kwartalen naar maanden, 5 jaar naar maanden, etc.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Jaren, eeuwen
Rekenen met jaren en eeuwen. Bijvoorbeeld: 3 eeuwen naar jaren, 400 jaar naar eeuwen, etc.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Praktijkvoorbeelden
Toepassen van tijdrekenen in alledaagse situaties. Bijvoorbeeld: hoeveel dagen zijn er in 3 weken? Hoeveel seconden zijn er in een uur?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting en Oefeningen
Herhaal de belangrijkste concepten en geef enkele oefeningen om het geleerde te testen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.