H6.2 Gemiddelde snelheid

Gemiddelde snelheid
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gemiddelde snelheid

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent de formule Vgem = s/t
  • Je kan de formule Vgem = s/t ombouwen zodat je de andere grootheden kan berekenen.
  • Je kan tijd- en afstandseenheden omrekenen.
  • Je kan de snelheid in m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Geef hier je antwoord van de voorbeeldvraag. Rond je antwoord af op 1 decimaal (vergeet eenheid niet).

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Tijden omrekenen
minuten -> seconde door x60 te doen
seconde -> minuten door :60 te doen
minuten -> uren door :60 te doen
uren -> minuten door x60 te doen

uren -> seconde door x3600 te doen
seconde -> uren door :3600 te doen

Slide 9 - Slide

Reken 25 minuten om naar uur. Rond af op 2 decimalen
A
0,01 uur
B
1500 uur
C
0,42 uur
D
0,25 uur

Slide 10 - Quiz

Reken 12,5 minuten om naar uur. Rond af op 3 decimalen
A
0,125 uur
B
0,208 uur
C
750 uur
D
3,472 uur

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Sleep de snelheden die bij elkaar horen in 1 van de vakken. De bovenste snelheid hoor bij het vak dus 20 m/s in vak 1.
20 m/s
72 km/h
63 km/h
17,5 m/s
35 m/s
126 km/h

Slide 13 - Drag question

Maak de opdr. in je schrift
Adib moet 5,3 km fietsen naar school. Hij doet er 22 minuten over.
  1. Bereken de gemiddelde snelheid van Adib in m/s.
Marina fietst 16 km/h en doet er 20 minuten over om op school te komen.
   2. Bereken welke afstand Marina fietst om naar school te     komen.

Slide 14 - Slide

Maak een foto van jouw antwoorden op de vorige vragen.

Slide 15 - Open question

Jullie moeten weten dat de oppervlakte die zich onder een plaats-tijddiagram bevindt gelijk is aan de afgelegde afstand. Je kan die alleen bij en regelmatige stijging van de snelheid.

Dat doe je door:  (0,5 * hoogte) * basis = ... uit te rekenen.
* betekend vermenigvuldigen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Op bladzijde 190 zie je de vorige afbeelding terug en wordt in de tekst bewezen dat de oppervlakte onder de grafiek gelijk is aan de afstand, namelijk;
Vgem = (Vbegin + Veind) / 2 = (0 + 20) / 2 = 10 m/s
s = Vgem * t = 10 * 8 = 80 m
Opp methode:
(0,5 * hoogte) * basis = (0,5 * 20) * 8 = 10 * 8 = 80 m

Slide 18 - Slide

Wat zou je nu nog willen vragen en/of wat begrijp je nog niet helemaal?

Slide 19 - Open question

Aan de slag!
Om te controleren of je de theorie goed begrepen hebt moet je een aantal opdrachten maken. Deze zijn huiswerk voor volgende week

-> Paragraaf 6.2: opdrachten 12, 14, 15, 17, 18 
(Nog moeite? Maak 13, 16 en 19)

Slide 20 - Slide