Onregelmatige werkwoorden op -ir

1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vervoeg het werkwoord sortir in de présent

Slide 3 - Open question

Vervoeg het werkwoord dormir in de présent

Slide 4 - Open question

Vervoeg het werkwoord sentir in de présent

Slide 5 - Open question

Vervoeg het werkwoord servir in de présent

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Vervoeg het werkwoord sentir in de passé composé

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Wat zijn de uitgangen van de imparfait?
A
ais, ait, ait, ions iez, aient
B
ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
ais, ais, ait, ions, iez, iont
D
ais, ait, ait, ions, ies, iont

Slide 10 - Quiz

Vervoeg het werkwoord partir in de imparfait

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Wat zijn de uitgangen van de futur?
A
ai, as, a, ons, ez, ont
B
ai, as, a, ons, ez, ent

Slide 13 - Quiz

Wat is de stam van de futur?
A
het hele werkwoord -tir of -mir
B
het hele werkwoord

Slide 14 - Quiz

Vervoeg het werkwoord dormir in de futur

Slide 15 - Open question

Sentir - futur du passé
Je sentirais
Tu sentirais
Il sentirait
Nous sentirions
Vous sentiriez
Ils / Elles sentiraient

Slide 16 - Slide

Wat is de stam van de futur du passé?
A
het hele werkwoord
B
het hele werkwoord -tir of -mir

Slide 17 - Quiz

Welke uitgangen gebruik je voor de futur du passe?
A
Dezelfde als voor de présent
B
Dezelfde als voor de futur
C
Dezelfde als voor de imparfait

Slide 18 - Quiz

Vervoeg servir in de futur du passé

Slide 19 - Open question

Maak opdracht 16 (a,b,c) en voeg een foto toe

Slide 20 - Open question