Regelmatige en onregelmatige werkwoorden leertoets 2

Regelmatige werkwoorden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Regelmatige werkwoorden

Slide 1 - Slide

Regelmatige ww. op ER

Slide 2 - Slide

Welke werkwoorden moet je kennen?
- Regelmatige werkwoorden op ER, IR, RE 
- Onregelmatige werkwoorden:
prendre, comprendre, apprendre, (groep : partir, servir, sentir, dormir, mentir, sortir) vouloir, pouvoir 
Welke tijden:
in de présent, imparfait, PC, Futur Simple en Conditionnel (F-N & N-F)

Slide 3 - Slide

Hoe maak je de stam van regelmatige ww. op ER in de Présent?

Slide 4 - Open question

Wat zijn de juiste uitgangen présent bij ww. op ER
A
e, e, es, ons, ez, ont
B
e, es, e, ons, ez, ent
C
e, e, e, ons, es, ent
D
e, es, es, ons, ez, ont

Slide 5 - Quiz

Regelmatige ww. op IR

Slide 6 - Slide

Hoe maak je de stam van de Présent van ww. op IR ?

Slide 7 - Open question

Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige ww. op IR (présent)
A
is, is, it, issons, issez, issent
B
is, is, is, ons, ez, ent
C
is, it, it, isons, isez, isent
D
is, it, it, issons, issez, ont

Slide 8 - Quiz

Regelmatige ww. op RE

Slide 9 - Slide

Hoe maak je de stam-présent van regelmatige ww. op RE?

Slide 10 - Open question

Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige ww. op RE (présent)
A
s, s, e, ons, ez, ent
B
s, s, t, ons, ez, ent
C
s,s, - , ons, ez, ent
D
s, s, -, ons, ez, ont

Slide 11 - Quiz

De imparfait (o.v.t.)

Slide 12 - Slide

Wat zou de STAM zijn van de volgende werkwoorden in de imparfait: travailler, choisir, vendre

Slide 13 - Open question

Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ais, ait, ait, ions, iez, aient
B
ais, ais, ais, ions, iez, ont
C
ais, ais, ait, ions, iez, aient
D
ais, ais, ait, isons, isez, aient

Slide 14 - Quiz

Passé composé (v.t.t)

Slide 15 - Slide

Welke 2 hulpwerkwoorden heb je nodig bij de passé composé?

Slide 16 - Open question

Wat is een correct voltooid deelwoord van TROUVER ?
A
trouva
B
trouvu
C
trouvue
D
trouvé

Slide 17 - Quiz

Wat is een correct voltooid deelwoord van ROUGIR?
A
rougé
B
rougu
C
rougis
D
rougi

Slide 18 - Quiz

Wat is een correct voltooid deelwoord van DESCENDRE ?
A
descendu
B
descendé
C
descendré
D
descendi

Slide 19 - Quiz

Futur Simple (toekomende tijd)

Slide 20 - Slide

Wat is de stam van regelmatige ww. op ER en IR in de Futur Simple?

Slide 21 - Open question

Wat is de stam van de regelmatige ww. op RE in de Futur Simple?

Slide 22 - Open question

Wat zijn de uitgangen van de Futur Simple?
A
ai, as, as, ons, ez, ent
B
ai, as, a, ons, ez, ont
C
ai, a, as, ons, ez, ent
D
ai, as, a, ons, ez, ent

Slide 23 - Quiz

Conditionnel (voorwaardelijke wijs)

Slide 24 - Slide

Wat is de stam van regelmatige werkwoorden op Er, Ir, Re in de conditionnel?

Slide 25 - Open question

Wat zijn de juiste uitgangen van de Conditionnel?
A
ais, ais, ait, ions, iez, ont
B
ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
as, as, a, ons, ez, ont
D
es, es, e, ons, ez, ent

Slide 26 - Quiz