What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
15 november 3
Wat betekent het woord:
kwetsen
A
praten
B
wedden
C
gooien
D
beledigen
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 4
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat betekent het woord:
kwetsen
A
praten
B
wedden
C
gooien
D
beledigen
Slide 1 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord?
Cardioloog
A
Een huisarts
B
Een dokter die zich bezighoudt met de ziektes van het hart
C
Een arts die helpt bij een bevalling
D
Een fitness instructeur
Slide 2 - Quiz
Hoe schrijf je het volgende woord?
A
Wijgeren
B
Weicheren
C
Weigeren
D
Wijcheren
Slide 3 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord?
Bloedsomloop
A
Het systeem van alle bloedvaten waardoor het bloed in het lichaam rondgaat.
B
Een omweg die het bloed maakt
C
Een extra buisje die een arts bij het hart plaatst, zodat het bloed goed stroomt
Slide 4 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord restauratie?
A
Herstellen van (vaak oude) waardevolle gebouwen.
B
De vorm van een halve bol, vaak als dak gebruikt.
C
De basisvorm (open raamwerk) van een gebouw of voertuig.
D
Samengesmolten ijzer en koolstof
Slide 5 - Quiz
Wat is een ander woord voor bijzonder?
A
gewoon
B
speciaal
Slide 6 - Quiz
welk woord is fout?
A
piano
B
rivier
C
gietaar
D
liter
Slide 7 - Quiz
Wat is de betekenis van het woord landschap?
A
Het uiterlijk van een lichaam.
B
Het uiterlijk van een gebied, gemaakt door mens of natuur.
C
Het uiterlijk van een schilderij gemaakt door rrn mens.
D
Het uiterlijk van een land, gemaakt door mens of natuur.
Slide 8 - Quiz
Wat is een ander woord voor normaal?
A
raar
B
gek
C
gewoon
D
bijzonder
Slide 9 - Quiz
Wat is een ander woord voor thema?
A
ergens aan denken
B
onderwerp
C
tegengaan
D
jammer
Slide 10 - Quiz
welk woord is fout?
A
libellen
B
minuten
C
negentien
D
kandiedaat
Slide 11 - Quiz
Wat is een ander woord voor "de goederen"?
A
de dieren
B
de ideeën
C
de mensen
D
de spullen
Slide 12 - Quiz
Een ander woord voor het geschenk is...
A
de vuilniszak
B
het cadeau
C
limonade in een glas schenken
Slide 13 - Quiz
Wat is een synoniem van het woord: bevestigen?
A
Toegeven
B
Verzekeren
C
Beamen
D
Instemmen
Slide 14 - Quiz
Welke woorden zijn juist?
A
vakantie
B
situatsie
C
acsie
D
traditie
Slide 15 - Quiz
Welke woord is juist?
A
uniform
B
stipeltje
C
spreidding
D
sentiliter
Slide 16 - Quiz
Een ander woord voor baan is ...
A
Werk
B
Job
C
Arbeid
D
Geld
Slide 17 - Quiz
Welk woord is juist?
A
openhartig
B
openhartich
C
oopenhartig
D
oopenhartig
Slide 18 - Quiz
Wat is een ander woord voor 'combineren'?
A
spreken
B
nakijken
C
aanpassen
D
samenvoegen
Slide 19 - Quiz
Wat is een ander woord voor 'behoorlijk'?
A
sterk
B
nogal
C
veel
D
matig
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
TALENT 6 : Thema 1 : Les 8 : Sammy Spoetnik
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
TALENT 6 : Thema 3 : Les 3 : Berichten uit het verleden, de Tweede Wereldoorlog (woordenschat)
6 days ago
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
TALENT 6 : Thema 2 : Dit mag niet in verkeerde handen vallen (woordenschat) : Tekst : Wat zijn bewijzen + Het misdaadbord
November 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Schooltaalwoorden Deel 3
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Ademhaling en bloedsomloop
July 2020
- Lesson with
34 slides
by
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Lezen
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Industrielandschappen D/A
November 2024
- Lesson with
26 slides
Aardrijkskunde
Secundair onderwijs
2OK Zelftoets T3T4
December 2022
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Kidsweek woordenschat week 5 A + B + C
April 2024
- Lesson with
16 slides
Woordenschat
Lager onderwijs