This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Op basis van onderzoek naar de ontwikkeling van vooroordelen bij kinderen, welke van de volgende stellingen is het meest correct?
A
Kinderen ontwikkelen pas op latere leeftijd (rond de puberteit) een besef van etniciteit en vooroordelen.
B
Baby's vanaf drie maanden kunnen al etnische verschillen waarnemen, en jonge kinderen ontwikkelen voorkeuren voor mensen die op hen lijken.
C
Kinderen zijn van nature kleurenblind en nemen geen verschillen waar in huidskleur of etniciteit.
D
In Nederland hebben alleen witte kinderen voorkeuren gebaseerd op etniciteit; kinderen met een migratieachtergrond tonen geen voorkeuren.
Slide 18 - Quiz
Welke implicatie heeft het onderzoek uit de video voor de rol van leerkrachten in het basisonderwijs?
A
Leerkrachten hoeven geen aandacht te besteden aan diversiteit, omdat kinderen vanzelf leren om iedereen gelijk te behandelen.
B
Het is belangrijk dat leerkrachten actief werken aan het tegengaan van vooroordelen en diversiteit bespreekbaar maken in de klas.
C
Vooroordelen bij kinderen verdwijnen vanzelf naarmate ze ouder worden, dus leerkrachten hoeven hier niet op in te spelen.
D
Leerkrachten zouden kinderen alleen met dezelfde etnische achtergrond samen moeten plaatsen om voorkeuren te respecteren.
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Video
Uit onderzoek blijkt dat de manier waarop ouders over etnische diversiteit denken, invloed heeft op de vooroordelen van hun kinderen. Welke benadering blijkt samen te hangen met meer vooroordelen bij kinderen?
A
De multiculturele benadering, waarbij culturele verschillen besproken en gewaardeerd worden.
B
De kleurenblinde benadering, waarbij etniciteit en huidskleur niet benoemd worden.
C
Beide benaderingen verminderen vooroordelen evenveel.
D
Geen van beide benaderingen heeft invloed op de ontwikkeling van vooroordelen.
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Video
Op welke manier denken jullie dat ouders onbewust invloed kunnen hebben op de vooroordelen van hun kinderen?
A
Alleen door expliciet negatieve opmerkingen te maken over bepaalde etnische groepen.
B
Door de manier waarop ze praten over etniciteit en discriminatie, of juist door het onderwerp te vermijden.
C
Vooroordelen ontstaan vooral door ervaringen met leeftijdsgenoten, niet door ouders.
D
Kinderen ontwikkelen vooroordelen volledig zelfstandig, zonder invloed van hun omgeving.