Woensdag 10 mei 2023

Woensdag 10 mei  2023
08.30 - 09.30 uur  
Sail

12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.30 - 10.10 uur
Woordenschat thema geld en werk
12.40 - 13.30 uur
spagettibrug

10.10  - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur


10.30 - 11.10 uur 
disk- zelfstandig werken

11.10 - 11.40 uur
rekenen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woensdag 10 mei  2023
08.30 - 09.30 uur  
Sail

12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.30 - 10.10 uur
Woordenschat thema geld en werk
12.40 - 13.30 uur
spagettibrug

10.10  - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur


10.30 - 11.10 uur 
disk- zelfstandig werken

11.10 - 11.40 uur
rekenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema GELD en WERK

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Slide

de pincode
  • een geheim getal dat je gebruikt om met je bankpas te betalen of geld te halen 
  • een getal van 4 cijfers
  • deze mag je nooit aan iemand anders vertellen
  • Zin: Hij wist zijn pincode niet meer, daarom kon hij geen geld opnemen.
  • Zin: Je pincode onthouden is best lastig.

Slide 4 - Slide

het recht
  • iets wat je mag, bijvoorbeeld volgens de wet 
  • de wetten en regels van de overheid waarin staat wat wel en wat niet mag
  • recht op iets hebben; iets mogen omdat dat is afgesproken
  • Zin: Mannen en vrouwen hebben gelijke rechten.
  • Zin: Alle werknemers hebben recht op vakantie.

Slide 5 - Slide

uitgeven
  • geld besteden om iet te kopen 
  • scheidbaar werkwoord; gaf uit, heeft uitgegeven
  • maken en verkopen: boeken schrijven en verkopen
  • Zin: Ze geeft heel veel geld uit aan kleren.
  • Zin: Van Dale geeft woordenboeken uit.

Slide 6 - Slide

verdelen
  • in meerdere stukken maken 
  • in stukken delen; ieder een deel geven
  • verdeelde, heeft verdeeld
  • Zin: De zakjes chips werden verdeeld door de leerlingen.
  • Zin: We verdelen de klas in twee groepen.

Slide 7 - Slide

volwassen
  • als je klaar bent met groeien en onafhankelijk kan zijn
  •  onafhankelijk: doet of zegt wat hij of zij zelf wil
  • als je 18 jaar bent of ouder
  • Zin: ze heeft twee kleine kinderen, maar ook al een volwassen zoon.
  • Zin: Nog een paar jaar en dan zijn jullie volwassen.

Slide 8 - Slide

Wat betekent :
verdelen
A
bij elkaar optellen
B
dingen uit elkaar halen
C
iedereen een deel geven
D
van elkaar aftrekken

Slide 9 - Quiz

Waar wordt het woord:
uitgeven
goed gebruikt?
A
geld gebruiken om een nieuwe telefoon te kopen
B
iets stelen
C
geld bewaren
D
een boek lezen

Slide 10 - Quiz

Bij welke zin past het woord:
de pincode
A
een rij van 5 cijfers
B
een code van 4 cijfers die bij je bankpas hoort
C
de postcode van je woonadres
D
een code om ergens binnen te komen

Slide 11 - Quiz

Leg uit wat "het recht "is

Slide 12 - Mind map

Zoek een foto van een volwassen dier

Slide 13 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Slide

Op school hebben we ............ op pauze.

Slide 15 - Open question

Wil jij vanmiddag het overgebleven brood ..........................?

Slide 16 - Open question

Ik ben mijn ...................... vergeten, nu moet ik bij de bank een nieuwe aanvragen

Slide 17 - Open question

Mijn moeder heeft teveel geld ............................ , nu kan ze geen boodschappen meer doen.

Slide 18 - Open question

Je bent 18, maar je gedraagt je niet als een ......................... man.

Slide 19 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
volwassen, pincode , het recht, verdelen en uitgeven


Slide 20 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Sociale media en internet.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide