This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat gaan we vandaag doen?
Quiz Hoofdstuk 1
Oefenopgaven en rekenopgaven
Slide 1 - Slide
Welke is een primaire behoefte?
A
brood
B
smartphone
C
auto
D
vakantie
Slide 2 - Quiz
Wat is het nationaal inkomen?
Slide 3 - Open question
Hoe noemen we de grafiek die laat zien hoe scheef de inkomens in een land verdeeld zijn?
Slide 4 - Open question
Bij een scheve inkomensverdeling zijn er ... verschillen in inkomen tussen personen
Slide 5 - Open question
Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?
Slide 6 - Open question
CBS: ... stijgt voor derde maand op rij. In maart was de prijsstijging voor consumenten nog 0,4%. De prijzen zijn vanaf februari iedere maand 0,2% meer toegenomen. Dit maakt het CBS vandaag bekend. Welk woord moet op de ... komen?
A
inflatie
B
deflatie
C
koopkracht
D
prijsindexcijfer
Slide 7 - Quiz
De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017. Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104
Slide 8 - Quiz
Bereken het CPI voor dit jaar.
Slide 9 - Open question
Wat is inflatie?
Slide 10 - Open question
Hoe word je koopkracht groter of kleiner?
Slide 11 - Open question
Welke oorzaken zijn er voor inflatie?
Slide 12 - Open question
Wat betekent 'schaarste' bij economie?
Slide 13 - Open question
Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk bespreken
Quiz hoofdstuk 1
Leren voor de toets
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Bereken het CPI voor dit jaar.
Slide 16 - Open question
Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.
Slide 17 - Quiz
Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte
Slide 18 - Quiz
Wat is marketing?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om meer te verkopen.
B
Instrumenten die je
gebruikt op de verkoopmarkt.
C
Een methode om
de winst te vergroten.
D
Een engels woord
voor winkel.
Slide 19 - Quiz
De 6P's worden ook wel ... genoemd.
A
Marketing hulpmiddelen
B
Marketing instrumenten
C
Marketing
groepering
D
Marketing
gereedschap
Slide 20 - Quiz
Personeel
Plaats
Product
Promotie
Prijs
Presentatie
Slide 21 - Drag question
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.
Slide 22 - Quiz
Door inflatie stijgt de koopkracht van geld
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Door de inflatie kan ik...
A
meer besteden
B
minder besteden
Slide 24 - Quiz
Het stijgen van de prijzen van goederen en diensten noemen we ...
A
inflatie
B
deflatie
Slide 25 - Quiz
Inflatie is dat geld:
A
Meer waard wordt
B
Minder waard wordt
Slide 26 - Quiz
Bij het nominale rendement wordt er rekening gehouden met inflatie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
De inflatie is 0,5% Je nominale loon stijgt met 1,2% Hoeveel % verandert je koopkracht?