Latijn SPQR overhoring les 1 tm 4 woordjes en grammatica

SPQR les 1 t/m 4
overhoring woordjes en grammatica
1 / 26
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

SPQR les 1 t/m 4
overhoring woordjes en grammatica

Slide 1 - Slide

Wat betekent arx?
A
Rome
B
burcht
C
menigte
D
deel

Slide 2 - Quiz

Groep 1: ev. en mv.
nom
gen
dat
acc
abl
filiarum
filias
filiis
filiis
filiae
filiae
filiae
filia
filia
filiam

Slide 3 - Drag question

Wat betekent protegere?
A
drinken
B
denken
C
beschermen
D
bewaken

Slide 4 - Quiz

Wat betekent turba?
A
Rome
B
burcht
C
menigte
D
deel

Slide 5 - Quiz

Groep 2 M: ev. en mv.
nom
gen
dat
acc
abl
servorum
servos
servis
servis
servi
servo
servi
servus
servo
servum

Slide 6 - Drag question

Wat betekent pars?
A
Rome
B
burcht
C
menigte
D
deel

Slide 7 - Quiz

Wat betekent cogitare?
A
drinken
B
denken
C
beschermen
D
bewaken

Slide 8 - Quiz

meisje
rots
stad
vriend
burger
stilte
nacht
puella
saxum
urbs
amicus
civis
silentium
nox

Slide 9 - Drag question

Wat betekent bibere?
A
drinken
B
denken
C
beschermen
D
bewaken

Slide 10 - Quiz

Groep 3 M: ev. en mv.
nom
gen
dat
acc
abl
regum
reges
regibus
regibus
regis
regi
reges
rex
rege
regem

Slide 11 - Drag question

Wat betekent custodire?
A
drinken
B
denken
C
beschermen
D
bewaken

Slide 12 - Quiz

vocat
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 13 - Quiz

clamant
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 14 - Quiz

necare
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 15 - Quiz

portant
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 16 - Quiz

ponit
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 17 - Quiz

arboris
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 18 - Quiz

deorum
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 19 - Quiz

filiis
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 20 - Quiz

patribus
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 21 - Quiz

hostem
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 22 - Quiz

silentio
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 23 - Quiz

Hoe heet de broer van Romulus?

Slide 24 - Open question

Hoe heet de vader van Romulus (en Remus)?
A
Numitor
B
Amulius
C
Rhea Silvia
D
geen van deze

Slide 25 - Quiz

Hoe heet de vader van Romulus en Remus dan wel?

Slide 26 - Open question