Je kent het verschil tussen empirisme en rationalisme
Je kunt uitleggen dat de Verlichting een gevolg is van de Wetenschappelijk Revolutie
Je kunt belangrijke thema's van verlichtingsdenken noemen, en daar voorbeelden bij geven
Je kunt voorbeelden geven van hoe het verlichtingsdenken zich verspreidde
Slide 3 - Slide
Terugblik
- Renaissance: er kwam weer interesse naar onderzoek en wetenschap uit de oudheid
- Wetenschappelijke Revolutie: mensen begonnen onderzoek uit te breiden, en deden steeds meer ontdekkingen.
Slide 4 - Slide
Kennis
Wetenschappelijke Revolutie:
Empirisme: kennis door waarneming
Rationalisme: kennis door het gebruik van de rede (het verstand)
Slide 5 - Slide
Het rationalisme is een denkwijze waarin de rede (verstand gebruiken) de enige of voornaamste bron van kennis is.
De Bijbel werd niet meer direct gezien als de waarheid. En zo nam men niet meer 1.2.3. aan wat de kerk zei.
Mensen gingen zelf nadenken over verschijnselen die ze vervolgens onderzochten. (Maar dat wil niet zeggen dat ze niet meer in God geloofden.)
Slide 6 - Slide
Verlichting
Rationeel denken toegepast op mensen en de maatschappij
Kennis en rede superieur aan traditie, m.n. geloof
De salons van Parijs vormen het centrum van het verlichte denken
Tijdens de 17e eeuw had er een wetenschappelijke revolutie zich voorgedaan. Mensen deden allerlei nieuwe ontdekkingen zoals de microscoop. Dit ging door tijdens de 18e eeuw, maar werd nu uitgebreid. Mensen begonnen over steeds meer na te denken Over geloof, over de aard van de mens, over de beste manier van besturen... We noemen de 18e eeuw De Verlichting: het was alsof er een licht werd geschenen over alles in de wereld.
Slide 7 - Slide
Verlichtingsdenken
Enkele beroemde voorbeelden
Slide 8 - Slide
Belangrijke thema's
Vrijheid
Denken
Geloof
Economisch handelen
Bestuur
Aard van de mens / mens en natuur
Slide 9 - Slide
Immanuel Kant (1724-1804)
Duitse theoloog, filosoof, wis- en natuurkundige
pleidooi voor onbegrensde vrijheid van meningsuiting en het gebruik van eigen verstand
Slide 10 - Slide
François-Marie Arouet, aka
Voltaire (1694-1778)
Anti-religieus (tegen godsdienstige tolerantie)
Anti-democratisch: absolute vorst dient vrijheid van denken te garanderen
Deïst: god als natuurwetenschapper
Slide 11 - Slide
Sociale verhoudingen en John Locke:
John Locke (1632-1704)
- Eerste die opschreef dat het absolutisme onacceptabel is als je logisch nadenkt.
- Ieder mens bij de geboorte gelijke rechten.
- Koning moet rekening houden met het volk.
- Bevolking moet wetten gehoorzamen.
- Maakt koning slechte wetten en streeft niet belangen van volk na? --> Dan mag je in opstand komen.
Schrijf op:
Locke: koningen moeten luisteren naar het volk, volk moet gehoorzamen aan de wet. Slechte koning mag afgezet worden.
Slide 12 - Slide
Politiek: Charles Montesquieu
Charles Louis de Secondat( 1689-1755), baron de La Brède et de Montesquieu
- Niet eens met absolutisme van Lodewijk. Dacht na over goede verdeling van de macht
schrijf op:
Montesquieu
Macht is gevaarlijk, wanneer 1 iemand alle macht heeft zal deze nooit de juiste dingen doen, daarom macht verdelen over drie onderdelen die samen het land besturen = trias politica
- Macht heeft grenzen nodig
- Scheiding in drie machten:
1. De wetgevende macht (bedenkt de regels en wetten) => in Nederland Tweede Kamer
2. De uitvoerende macht (voert die wetten en regels uit) => in Nederland de regering en ambtenaren
3. De rechtsprekende macht (controleert de wetten en of mensen zich er aan houden) => in Nederland rechters.
Slide 13 - Slide
Basis van de het bestuur in de Nederlandse grondwet
Slide 14 - Slide
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
Zwitsers-Franse schrijver, componist en denker
Democraat. Voorstander van het idee van volkssoevereiniteit
Volksvergadering (parlement) dient in naam van de bevolking haar 'algemene wil' uit te voeren
Slide 15 - Slide
Adam Smith (1723-1790)
Schotse econoom
Grondlegger van de 'vrije markt'
De mens dient in vrijheid te kunnen streven naar economische verbetering
Belangrijk werk: An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations
Slide 16 - Slide
Leerdoelen
Je kent het verschil tussen empirisme en rationalisme
Je kunt uitleggen dat de Verlichting een gevolg is van de Wetenschappelijk Revolutie
Je kunt belangrijke thema's van verlichtingsdenken noemen, en daar voorbeelden bij geven
Je kunt voorbeelden geven van hoe het verlichtingsdenken zich verspreidde