This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
De Verlichting
Par. 7.1
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kent het verschil tussen empirisme en rationalisme
Je kunt uitleggen dat de Verlichting een gevolg is van de Wetenschappelijk Revolutie
Je kunt belangrijke thema's van verlichtingsdenken noemen, en daar voorbeelden bij geven
Je kunt voorbeelden geven van hoe het verlichtingsdenken zich verspreidde
Slide 2 - Slide
Diderot
Locke
Montesquieu
Voltaire
Rousseau
Spinoza
Descartes
Slide 3 - Slide
Terugblik
- Renaissance: er kwam weer interesse naar onderzoek en wetenschap uit de oudheid
- Wetenschappelijke Revolutie: mensen begonnen onderzoek uit te breiden, en deden steeds meer ontdekkingen.
Slide 4 - Slide
Kennis
Wetenschappelijke Revolutie:
Empirisme: kennis door experiment/proef, waarneming en conclusie
Rationalisme: kennis door het gebruik van de rede (het verstand)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Verlichting
Rationeel denken toegepast op mensen en de maatschappij
Kennis en rede superieur aan traditie, m.n. geloof
De salons van Parijs vormen het centrum van het verlichte denken
Tijdens de 17e eeuw had er een wetenschappelijke revolutie zich voorgedaan. Mensen deden allerlei nieuwe ontdekkingen zoals de microscoop. Dit ging door tijdens de 18e eeuw, maar werd nu uitgebreid. Mensen begonnen over steeds meer na te denken Over geloof, over de aard van de mens, over de beste manier van besturen... We noemen de 18e eeuw De Verlichting: het was alsof er een licht werd geschenen over alles in de wereld.
Slide 7 - Slide
kennis vergaren is vooral bij rijke mensen populair
Slide 8 - Slide
-
Slide 9 - Slide
Denis Diderot & Jean le Rond d'Alembert
Beginnen in 1751 met het schrijven van de Encyclopedie om onwetenheid en domheid te bestrijden.
28 delen, soort google van die tijd
toegankelijk voor iedereen dankzij de uitleg in tekeningen
Onderwerpen waren bijvoorbeeld politiek, godsdienst , anatomie en techniek.
kerk en koning proberen deze boeken te verbieden
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Belangrijke thema's
politiek --> trias politica
economie --> Adam Smith
godsdienst --> Voltaire
rechten van de mens ==> vrijheid (in denken en geloven), geluk, goed leven enz.
samenleving ==> gelijkheid
De ratio was de verbindende factor!!
Slide 14 - Slide
Immanuel Kant (1724-1804)
Duitse theoloog, filosoof, wis- en natuurkundige
pleidooi voor onbegrensde vrijheid van meningsuiting en het gebruik van eigen verstand
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Voltaire (1694-1778)
Anti-religieus (tegen godsdienstige tolerantie)
Anti-democratisch: absolute vorst dient vrijheid van denken te garanderen
Deïst: god als natuurwetenschapper
Slide 17 - Slide
John Locke (1632 -1704):
- Eerste die opschreef dat het absolutisme onacceptabel is als je logisch nadenkt.
- Ieder mens heeft bij de geboorte gelijke rechten.
- Koning moet rekening houden met het volk.
- Bevolking moet wetten gehoorzamen.
- Maakt koning slechte wetten en streeft niet belangen van volk na? --> Dan mag je in opstand komen.
Slide 18 - Slide
Charles Montesquieu (1689-1755)
- Niet eens met absolutisme van Lodewijk XIV.
-Dacht na over goede verdeling van de macht
- Macht heeft grenzen nodig
- Scheiding in drie machten:
1. De wetgevende macht (bedenkt de regels en wetten) => in Nederland Tweede Kamer
2. De uitvoerende macht (voert die wetten en regels uit) => in Nederland de regering en ambtenaren
3. De rechtsprekende macht (controleert de wetten en of mensen zich er aan houden) => in Nederland rechters.
Slide 19 - Slide
Basis van het bestuur in de Nederlandse grondwet
Slide 20 - Slide
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
Zwitsers-Franse schrijver, componist en denker
Democraat. Voorstander van het idee van volkssoevereiniteit
Volksvergadering (parlement) dient in naam van de bevolking haar 'algemene wil' uit te voeren
Slide 21 - Slide
Adam Smith (1723-1790)
Schotse econoom
Grondlegger van de 'vrije markt'
De mens dient in vrijheid te kunnen streven naar economische verbetering
Belangrijk werk: An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations