Les 2a en b Week 46

1 / 24
next
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Logo tv
We gaan kijken naar een uitzending van logo tv.

Maak tijdens het kijken de opdracht op het blaadje

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Antworten les 1 Wörter
Übung 2
1. Mineralwasser / Orangesaft / Brötchen
2. Obst / Pfirsche/ Birnen / Kirsche
3. Frühstück
4. die Vorspeise / gekostet/ knusperig
5. Huhn / Blumenkohl
6. eine Dose / eine Tasse / einen stuck Kuchen
7. Getränke
8. Pfeffer / Salz / Senf
9. ein Getränk/ einem Kneipe/ dunkel
10. Nudeln / sauer / Essig

Slide 4 - Slide

Antworten les 1 Grammatik
Grammatik
Übung 1
1. reserviert      6. besucht
2. gekostet      7. gekocht
3. geredet        8. bestellt
4. telefoniert   9. gewählt
5. gekauft       10. Geschmeckt
Übung 2
1. hat gekocht
2. haben gekauft
3. hat geschmeckt
4. hat besucht
5. haben ausgesucht
6. habe reserviert
7. hat gemacht
8. hat gekostet
9. habe telefoniert
10. hat bezahlt

Slide 5 - Slide

Lesen
Je werkt in tweetallen.
je krijgt teksten en losse titels. Leg de teksten uit over 2 tafels. Zoek nu de juiste titel bij de tekst en leg deze erboven. Als je klaar bent kom ik langs om te kijken of het klopt.

timer
15:00

Slide 6 - Slide

Dialoog
Seite 7 Pak de vragen erbij, we gaan de dialoog bekijken en tijdens het kijken beantwoorden jullie de vragen. 

Slide 7 - Slide

Antworten
1. nee
2. bij het raam
3. Twee glazen water met citroen en ijs
4. C
5. B
6. Hij moet nog autorijden
7. Ja het was heerlijk
8. Naast de ingang aan de linkerkant bij de gaderobe
9. Pinnen of contant
10. Een beetje te zoet
11. Ja

Slide 8 - Slide

Worter
Je gaat nu zelf aan de slag: 
Les 2
Wörter Übung 3, 4 und 5
Lesen Seite 10 und 11.

Hausaufgaben für Morgen/Freitag

Slide 9 - Slide

Hausaufgaben
Les 2 Wörter  en Lesen 
Seite 9, 10 und 11


Lernen Wörterliste Seite 4 und 5  
 

Slide 10 - Slide

les 2b
Signaalwoorden les 1 nog doen.
Lezen met de titels
Lezen bespreken 
woordjes overhoren in de les. 

Slide 11 - Slide

Restaurant
Reisen
Les 2b

Slide 12 - Slide

Was machen wir heute
  • Nakijken les 2
  • Kijken en luisteren oefenen
  • Lezen
  • dialoog les 1
  • Wörter


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Woorden van tijdsbepaling
Woorden van Tijdsbepaling blz. 9 tekstboek
Dit zijn bijwoorden van tijd.
Er staan 4 woorden niet in je lijst, zet deze er zelf bij met de vertaling

5. Innerhalb = Binnen
6. jetzt = nu
7. Als = toen
8. Bevor = voordat

Deze woorden moet je van het Duits naar het Nederlands herkennen. Dit is handig voor leesvaardigheid. Ze komen ook terug in de toets



Slide 15 - Slide

Woorden van Tijdsbepaling
1. wanneer                 5. Binnen
2. al                               6. nu
3. vandaag                7. toen
4. altijd                        8. voordat

1. Innerhalb               5. immer  
2. jetzt                         6. bevor
3. heute                      7. wann            
4. schon                      8. als





Slide 16 - Slide

Lesen
Seite 27 Textbuch Text 3
Seite 9 Arbeitsheft 
Pak een woordenboek en vertaal alle dikgedrukte woorden op Seite 9
Je krijgt hier een kwartiier voor. 
Eerder klaar dan start je met de Worteropdracht op 
Seite 10 
Übung 3, 4, 5
timer
15:00

Slide 17 - Slide

Lesen
Text 3 1e vraag 'Das Nervt!
Ende des 1. Absatzes, markeer 'Das Nervt" 
De opdrachten doen we samen.

Slide 18 - Slide

Lees- en luisteropdracht
 .Luister mee naar de potcast en lees de tekst mee. 
Beantwoord na het lezen/luisteren van de tekst de vragen op bladzijde 15

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Aan de slag met de Hausaufgaben
Maken: Vragen bij de podcast, Seite 15 Arbeitsbuch
Les 3 Wörter en Grammatik.
Seite 18, 19, 20
Leren Wörterliste Seite 9 Woorden met negatieve strekking

 

Slide 21 - Slide

Spreken oefenen
Jullie krijgen allemaal een kaartje met een vraag of een antwoord. Zoek degene die het antwoord op jouw vraag heeft of de vraag bij jouw antwoord
Als iedereen zijn duo gevonden heeft gaan we het verhaal in de juiste volgorde zetten 

Slide 22 - Slide

na deze les

moet ik nog meer oefenen met het voltooid deelwoord
Snap ik hoe ik het voltooid deelwoord maak
kan ik het ook aan iemand anders uitleggen
Snap ik het nog niet en wil nog meer uitleg

Slide 23 - Poll

Het rad geeft aan wie de klant is.

Ik ben de serveerster, ik stel een vraag, de klant die aan de beurt is geeft antwoord. Seite 7 und 8 als je het echt niet meer weet.

Slide 24 - Slide