2.6

2.6 De overheid grijpt in
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

2.6 De overheid grijpt in

Slide 1 - Slide

Doelstelling
  • Je weet wat de overheid kan doen om werkloosheid tegen te gaan.
  • Je weet dat de stand van de conjunctuur (hoog of laag) invloed heeft op de uitgaven en de inkomsten van de overheid.
  • Je kunt de examenvragen maken.

Slide 2 - Slide

Lesinhoud
  • We bespreken wat je moet weten voor het eindexamen. Dit onderwerp is veel meer over te vertellen, stel zeker vragen als je het interessant vindt!

Slide 3 - Slide

Wat hebben we vorige les besproken?

Slide 4 - Slide

Vicieuze cirkel van de conjunctuur (paragraaf 2.4)

Slide 5 - Slide

 Vicieuze circkel laagconjunctuur
Laagconjunctuur betekent dat de bestedingen laag zijn, dat heeft effect op de economie.
  1. Afzet bedrijven daalt
  2. Productie daalt
  3. Werkgelegenheid daalt
  4. Werkloosheid stijgt
  5. Inkomen consumenten daalt
  6. Bestedingen consumenten dalen> weer naar stap 1

Slide 6 - Slide

Wat voor invloed heeft laagconjunctuur op de financiën van de overheid?

Slide 7 - Slide

Laagconjunctuur en overheidsfinanciën
Uitgaven: De overheid moet door de hogere werkloosheid meer uitkeringen betalen, de uitgaven nemen dus toe.
Inkomsten: De overheid ontvangt minder belastingen, doordat consumenten en bedrijven minder besteden en er meer werkloosheid is dalen de inkomsten op de btw, de winstbelasting en de loonbelasting.

Slide 8 - Slide

Begrotingstekort of overschot?
Door de laagconjunctuur krijgt de overheid een begrotingstekort. De inkomsten uit belastingen dalen, de uitgaven aan uitkeringen stijgen. De overheid kan ervoor kiezen om te bezuinigen om zo het tekort weg te werken.
Het risico hiervan is dat de bestedingen nog verder afnemen waardoor er weer een tekort ontstaat.

Slide 9 - Slide

Wat kan de overheid tegen de vicieuze cirkel van laagconjunctuur doen?

Slide 10 - Slide

Overheidsuitgaven en overheidsinkomsten
Overheidsuitgaven of overheidsbestedingen: 
Investeren in bijvoorbeeld het onderwijs, de infrastructuur, veiligheid, gezondheidzorg. Hierdoor stijgt de vraag naar arbeid, de mensen die hierdoor een baan vinden krijgen meer inkomen. Door dat inkomen kunnen ze meer besteden en kan de vicieuze cirkel omgekeerd worden.

Subsidies verhogen. Een subsidie is bijvoorbeeld een deel van het loon van starters betalen, hierdoor dalen de loonkosten en stijgt de vraag naar arbeid, meer mensen kunnen daardoor een baan vinden, het inkomen stijgt en dus stijgen de bestedingen.

Slide 11 - Slide

Overheidsuitgaven en inkomsten
Overheidsinkomsten: De overheid kan de belastingen verlagen. Hierdoor houden bedrijven en consumenten netto meer over waardoor ze meer kunnen besteden, de vicieuze cirkel kan zo worden doorbroken.

Slide 12 - Slide

Twee opties voor de overheid bij laagconjunctuur
Bezuinigen: Door het begrotingstekort gaat de overheid bezuinigen, het risico is dat hierdoor de laagconjunctuur nog lager wordt en de overheid weer een begrotingstekort heeft.

Bestedingen verhogen: Door de bestedingen te verhogen probeert de overheid de conjunctuur om te keren. Het risico is dat dit niet lukt en dat de overheid grote schulden creëert.

Slide 13 - Slide

Wat moet je kunnen voor je eindexamen?
Een keuze van de overheid (bezuinigen of bestedingen verhogen) kunnen beargumenteren of uitleggen wat de conjunctuur voor invloed heeft op:
  1. Wat is het effect op de overheidsuitgaven
  2. Wat is het effect op de overheidsinkomsten
  3. Wat is het effect op de economie

Voorbeelden kunnen noemen van overheidsuitgaven en overheidsinkomsten.

Slide 14 - Slide

Examenvraag

Slide 15 - Slide

Examenvraag

Slide 16 - Slide