Les2 BBL/ Les 3 BOL- FPZ pijn en slaap (niet opioïden)

Pijnstillers

Farmacotherapie 
Hoofdstuk 9
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Pijnstillers

Farmacotherapie 
Hoofdstuk 9

Slide 1 - Slide

Farmacotherapie

Hoofdstuk 9
Pijnstillers

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Analgetica = Pijnstillers

Analgetisch = pijnstillend!
Algie = pijn
An = niet

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

WHO Stappenplan voor pijnbestrijding

Slide 13 - Slide

Wat betekent analgetisch?
A
Koortsverlagend
B
Ontstekingsremmend
C
Pijnstillend
D
Sterke pijnstiller

Slide 14 - Quiz

Welke pijnstillers zijn de sterke pijnstillers?
A
Niet-opioïden
B
NSAID's
C
Opioïden
D
Paracetamol

Slide 15 - Quiz

Tot welke groep geneesmiddelen hoort het middel Paracetamol?
A
NSAID's
B
Niet-opioïden
C
Opioïden
D
Sterke pijnstillers

Slide 16 - Quiz

Wat betekent antipyretisch?
A
Koortsverlagend
B
Ontstekingsremmend
C
Pijnstillend
D
Sterke pijnstiller

Slide 17 - Quiz

Wat is het eerste keuze middel bij pijnbestrijding?
A
Ibuprofen
B
Morfine
C
Paracetamol
D
Paracetamol-codeïne

Slide 18 - Quiz

Tot welke groep geneesmiddelen hoort het middel Ibuprofen?
A
NSAID's
B
Opioïden
C
Sterke pijnstillers
D
Zwak-opioïden

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Paracetamol
Normdosering volwassenen bij acute pijnklachten :
Zo nodig tot 3 keer per dag 1 tot 2 tabletten

Bij chronisch gebruik lager!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide