This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Die Planung
1. die Prüfung - Noten
2. Neue Planung
3. Kapitel 4 - thema?
4. Hören und sprechen
Slide 1 - Slide
Die Planung
SO: Kapitel 4 - week 3 (27/1)
• Kapitel 4: Grammatik C (=modale ww + wissen)
• Kapitel 4: Woordenlijst A & B DN-ND
• Luistervaardigheid Kapitel 4 (TT)
Slide 2 - Slide
AUF DIE PLÄTZE, FERTIG, LOS! betekenis & thema?
Slide 3 - Mind map
Was macht ihr in eure Freizeit?
Ich mache Sport.
Ich spiele ein Instrument.
Etwas anders.
Slide 4 - Poll
Veel Duitse woorden lijken op hun Nederlandse vertaalwoorden. Vooral op het gebied van sport zul je veel overeenkomsten zien. Je gaat met een quiz nu een aantal nieuwe woorden leren.
Slide 5 - Slide
A
malen
B
reiten
C
schwimmen
D
spielen
Slide 6 - Quiz
A
Schlittschuh laufen
B
Rad fahren
C
malen
D
reiten
Slide 7 - Quiz
A
Ball spielen
B
Fußball spielen
C
Fußballen
D
Bälle spielen
Slide 8 - Quiz
A
reiten
B
rad fahren
Slide 9 - Quiz
Fußball spielen
reiten
joggen
schwimmen
Fahrrad fahren
Slide 10 - Drag question
A
gewinnen
B
üben
C
trainieren
D
singen
Slide 11 - Quiz
A
Schlittschuh laufen
B
Ski fahren
Slide 12 - Quiz
Je hebt net nieuwe Duitse woorden geleerd. Weet je nog welke het waren? Schrijf minstens twee op in het Duits.
Slide 13 - Open question
Was macht ihr in eure Freizeit? Auf Deutsch
Slide 14 - Mind map
A2 - Wörter - Seite 115
Zoek in woordenlijst A (Seite 140) de woorden die bij elk nummer horen.
Soms kunnen meerdere woorden worden opgeschreven. Doe dit dan.
Slide 15 - Slide
Hören - A3 Seite 115
Lees de opgave door
Waar gaat de luisteroefening over?
Slide 16 - Slide
Hören - nieuwe woorden
quatschen
zum Schluss
untertauchen
gegeneinander
rosa Unterhose
Der Lehrer war ziemlich sauer
Schnürsenkel
überholen
Slide 17 - Slide
werkwoorden woordenlijst A invullen
wehtun
verlieren - gewinnen
schießen, Fußball spielen
joggen, laufen
mutig - feige
treffen
usw (und so weiter)
Slide 18 - Slide
Blok 4 - mondeling
posterpresentatie K1-K7
jezelf voorstellen
Elke les oefenen spreekvaardigheid
Maak voor jezelf alvast zinnen die je kunt gebruiken hiervoor.