What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Bruglas Duits Kapitel 4-4
Herzlich Willkommen!
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herzlich Willkommen!
Slide 1 - Slide
Hausaufgabenkontrolle
Op de volgende dia's staan vragen over
Seite 132/B Wortschatz
Laat eens zien hoeveel woorden je al werkelijk kent.
Dus, NIET voorzeggen, NIET in de woordenlijst kijken,
WEL gewoon uit het hoofd (of gokken)
Slide 2 - Slide
de aap
de koeien
het huisdier
de poot
aaien
ondeugend
schattig
maar
beschrijven
de kippen
de muis
het varken
die Kühe
süß
das Bein
frech
streicheln
die Hühner
aber
das Haustier
das Schwein
beschreiben
die Maus
der Affe
Slide 3 - Drag question
Vertaal in het Duits:
de olifant
Slide 4 - Open question
Vertaal in het Duits:
de slang
Slide 5 - Open question
Vertaal in het Duits:
de cavia
Slide 6 - Open question
Vertaal in het Duits:
wensen
Slide 7 - Open question
Vertaal in het Duits:
zacht
Slide 8 - Open question
Wat betekent dit woord?
erklären
A
werken
B
uitleggen
Slide 9 - Quiz
Wat betekent dit woord?
sich verhalten
A
voeren
B
zich gedragen
Slide 10 - Quiz
Wat betekent dit woord?
spazieren
A
lopen
B
dansen
Slide 11 - Quiz
Wat betekent dit woord?
die Nachricht
A
het bericht
B
de vakantie
Slide 12 - Quiz
Wat betekent dit woord?
sauer
A
meteen
B
kwaad
Slide 13 - Quiz
Hoeveel van de antwoorden had je foutloos?
geen
minder dan de helft
meer dan de helft
allemaal
Slide 14 - Poll
Grammatik
Vandaag behandelen we eerst de
GRAMMATIK
van Kapitel 4
Leg je boek open op
Seite 115-116
en beantwoord de vragen op de volgende dia's
Slide 15 - Slide
Waarover gaat de grammatica
van dit Kapitel?
A
werkwoorden
B
zelfstandige naamwoorden
Slide 16 - Quiz
Van welke tijd leren we
de werkwoordsvormen?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 17 - Quiz
Kun jij in het NEDERLANDS
een werkwoord vervoegen (=in de juiste vorm zetten)?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Welke werkwoordsvorm(NEDERLANDS) is juist?
A
ik speel
B
hij speel
Slide 19 - Quiz
Welke werkwoordsvorm(NEDERLANDS) is juist?
A
jullie maakt
B
wij maken
Slide 20 - Quiz
Weet je wat een
VOLTOOID DEELWOORD is?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Welke werkwoordsvorm is het
voltooid deelwoord (NEDERLANDS)?
A
spelen
B
gespeeld
Slide 22 - Quiz
Grammatik
We bekijken nu een video
met de uitleg
van de
DUITSE WERKWOORDEN
in de
TEGENWOORDIGE TIJD
Let goed op en probeer alles te onthouden.
Er komen zometeen vragen over de video.
Slide 23 - Slide
Hoe vind je de STAM
van een WERKWOORD
in het Duits?
A
Hele werkwoord zonder -en/-n
B
De ik-vorm nemen
Slide 24 - Quiz
Hoe noem de de letters die je
achter de STAM kunt zetten?
A
uitgang
B
toevoeging
Slide 25 - Quiz
Hoe bepaal je welke UITGANG achter de STAM moet komen?
A
Je kijkt naar het persoonlijk voornaamwoord of het onderwerp.
B
Dat ligt aan de STAM.
Slide 26 - Quiz
Welke UITGANGEN kun je
in het Duits verwachten?
A
-e, -st, -t, -en
B
-t of -en
Slide 27 - Quiz
Wat gebeurt er als de laatste letter
van de stam
een d of t is
A
Dan komt er een extra -e voor de uitgang -st of -t
B
niets
Slide 28 - Quiz
Wat gebeurt er als de laatste letter
van de stam
een s-klank is
A
Dan komt er een extra -e voor de uitgang -st of -t
B
Dan komt er geen -st bij de du-vorm maar alleen een -t
Slide 29 - Quiz
stam+e
stam+ (e)st
stam+(e)t
stam+en
stam+(e)t
stam+en
ich
du
er-sie-es
wir
ihr
sie-Sie
Slide 30 - Drag question
Welke werkwoordsvorm past in deze zin?
Wir ..... noch Futter für die Katze.
A
brauchen
B
kaufe
Slide 31 - Quiz
Welke werkwoordsvorm past in deze zin?
Warum ..... ihr keine Antwort?
A
gebt
B
geben
Slide 32 - Quiz
Welke werkwoordsvorm past in deze zin?
Er ..... Deutsch in der Schule
A
lernt
B
lernst
Slide 33 - Quiz
Grammatik
Het
VOLTOOID DEELWOORD
maken is niet zo moeilijk.
Doe dit:
GE + STAM + (e)T
Voorbeelden: GE-SPIEL-T en GE-ARBEIT-ET
Slide 34 - Slide
Hoe maak je in het Duits
het voltooid deelwoord
van een werkwoord?
A
GE + STAM + T Bijvoorbeeld spielen --> gespielt
B
GE + STAM + EN Bijvoorbeeld spielen --> gespielen
Slide 35 - Quiz
Welk voltooid deelwoord past in deze zin?
Wir haben Fußball ..... .
A
gelernt
B
gespielt
Slide 36 - Quiz
Planung für heute (1)
*Om de Grammatik goed in te trainen maak je eerst
in je boek
:
Seite 114/Aufgaben 18
Seite 115/Aufgabe 19
Seite 116/Aufgabe 20 + 21
Seite 117/Aufgabe 22, 23 (schrijven + spreken!) en 24
Seite 118/Aufgabe 25 en 26
Seite 119/Aufgabe 27, 28 (schrijven en spreken!) en 29
Slide 37 - Slide
Alles fertig und Zeit übrig?
*Lerne die Wörter von Seite 132 (B Wortschatz-A Sehen-C Hören)
*Übe die Wörter mit CRAM oder GIMKIT (Classroom)
*Lerne die Grammatik (A+B) von Seite 133
*Übe die Grammatik (Classroom/Schoolwerk)
*In Classroom findest du mehr Sachen zum üben
Slide 38 - Slide
HAUSAUFGABEN
Lernen/Wiederholen:
*Seite 132-133: Wörter B Wortschatz (N-D)
+ A Sehen + C Hören (D-N)
Schreiben:
Alles was du in der Klasse nicht fertig hattest
(Du solltest diese Aufgaben gemacht haben: 18-19-20-22-23-24-26-27-28-29)
Slide 39 - Slide
More lessons like this
B2 Duits Kapitel 4-4
August 2023
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
NK1hv-Kapitel 4-4
August 2023
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Week 04.2 Kapitel 1 Les 8
October 2023
- Lesson with
46 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Week 06.1 Kapitel 2 Les 1
October 2023
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
NK1hv-Kapitel 4-5
August 2023
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2F Dienstag, den 2. April 2024 Kapitel 5 Essen Grammatik + gramm K4
March 2024
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Klas 2A gymn Freitag, den 12. November 2021
November 2021
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2D Dienstag, den 2. April 2024 Kapitel 5 Essen Grammatik + gramm K4
March 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2