§2 De Franse Revolutie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Deze les:

• Intro
• Leerdoelen
• Uitleg
•  Opdracht
• Afsluiting

Deze les:

• Intro
• Leerdoelen
• Uitleg
•  Opdracht
• Afsluiting

Wat is een monarchie?

1. Een staat bestuurd door een koning.
2. Een parlementaire republiek.
3. Een democratische regering.
4. Een militaire dictatuur.

Wat betekent absolutisme?

1. Geen scheiding der machten
2. Vorst heeft volledige macht
3. Vorst is ondergeschikt aan de wet
4. Macht is verdeeld over velen

Wat was een gevolg van absoluut bestuur in Rusland?

1. Grotere politieke vrijheid
2. Democratische hervormingen
3. Versterking van de monarchie
4. Rusland een modern en machtig land

Wat is het ancien régime?

1. Bestuur van vroeger
2. Koning heeft absolute macht
3. Gelijke rechten voor iedereen
4. Democratisch bestuur

Wat is een kenmerk van de Verlichting?

1. Bijgeloof
2. Wetenschappelijk denken
3. Traditionele waarden
4. Rationaliteit

Wat houdt censuur in?

1. Ondersteuning van artistieke expressie
2. Vrijheid van meningsuiting
3. Verbod op openbaar maken van teksten
4. Beperkingen voor toneelstukken en muziek

Deze les:

• Intro
• Leerdoelen
• Uitleg
•  Opdracht
• Afsluiting

Leerdoelen

• Ik kan beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.
• Ik kan uitleggen welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren van de Franse Revolutie.
• Ik kan uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind.

Uitleggen wat ze moeten doen met de leerdoelen. Wanneer ze de begrippen en de leerdoelen goed weten zijn ze goed voorbereid.

Deze les:

• Intro
• Leerdoelen
• Uitleg
•  Opdracht
• Afsluiting

Een nieuwe volksvertegenwoordiging

Lodewijk XVI zit in de financiële problemen

• Door zijn vele oorlogen is het geld op
  
• Ook is het belastingsysteem verouderd
  
• Tegelijkertijd zijn er ook veel misoogsten in Frankrijk
  
• De derde stand draait op voor de hoge kosten

Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bij elkaar (mei 1789)

Voor het eerst in 174 jaar

Derde stand was bang dat hun mening onvoldoende zou zijn en richtte dus nieuwe volksvertegenwoordiging op, de nationale vergadering.: Discussieerden over een andere manier om Frankrijk te besturen.

Leerdoel:

Ik kan beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.

Een nieuwe volksvertegenwoordiging

Vertegenwoordigers van eerste en tweede stand sloten zich aan bij de nationale vergadering. Hierdoor moest de koning het wel erkennen, dus kregen ze veel macht.

Ondertussen komen boeren en burgers in opstand. 
- op zoek naar wapens bestormen ze op 14 Juli 1789 de Bastille, een gevangenis in Parijs. 

Deze gebeurtenis word gezien als het begin van de Franse Revolutie.

Leerdoel:

Ik kan beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.

Een nieuwe samenleving

De Nationale Vergadering veranderd een hoop in Frankrijk

De privileges van de 1e en 2e stand worden afgeschaft

De verklaring van de rechten van de mens en burger werd uitgeroepen: Grondrechten

 -Hierin staat dat: Iedereen van nature gelijk is 

 -Vrijheid van godsdienst

 -Vrijheid van meningsuiting

 -Iedereen heeft nu dezelfde rechten en plichten

Ook krijgt Frankrijk een grondwet + scheiding van de drie machten

Leerdoel:

Ik kan uitleggen welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren van de Franse Revolutie.

De revolutie ontspoort

Veel edelen vluchten door de veranderingen. 1791 probeerde ook de koning te vluchten. 

- Dit mislukt.

Door angst voor oorlog met het buitenland beschuldigen de revolutionairen de koning van landverraad.

- word in 1792 afgezet.

- Frankrijk werd een republiek.

Leerdoel:

Ik kan uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind.

De revolutie ontspoort

In de nationale vergadering waren tot dan toe de gematigden de baas.: Wel verandering maar niet te snel.

- Veel waren hier ontevreden mee.

Radicalen: die snelle grote verandering wilden. grepen de macht.

- Robespierre de leider.

- wilde volk meer macht geven.

Maar door wantrouw zagen ze iedereen als de vijand. 

- 1793 en 1794: de terreur: iedereen die niet meewerkte met de Radicalen, werd vermoord. 

Leerdoel:

Ik kan uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind.

Deze les:

• Intro
• Leerdoelen
• Uitleg
•  Opdracht
• Afsluiting

Opdracht

Wat: Dalton taken

Hoe: buur

Tijd: 15 á 20 minuten

Klaar: §5 opdr 1, 2 en 3

Uitkomst: Je kan de begrippen van HF 3 §2 uitleggen.

Deze les:

• Intro
• Leerdoelen
• Uitleg
•  Opdracht
• Afsluiting

Afsluiting

Volgende les:

§3.3