2H 2.8 Koudbloedig en warmbloedig NOG NIET KLAAR

1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

In de afbeelding zie je een model waarmee de beweging van de ribben en het borstbeen kan
worden nagebootst. P, Q, R en S stellen aanhechtingsplaatsen van tussenribspieren voor.


Startopdracht
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek, schrift + pen
  6. Lees de tekst hiernaast. Je krijgt zo een vraag.

Slide 3 - Slide

In de afbeelding zie je een model waarmee de beweging van de ribben en het borstbeen kan worden nagebootst. P, Q, R en S stellen aanhechtingsplaatsen van tussenribspieren voor.

Startopdracht antwoord
Tussen welke aanhechtingsplaatsen bevindt zich een spier die bij samentrekking een inademing veroorzaakt? Leg je antwoord uit.


Slide 4 - Slide

In de afbeelding zie je een model waarmee de beweging van de ribben en het borstbeen kan worden nagebootst. P, Q, R en S stellen aanhechtingsplaatsen van tussenribspieren voor.

Startopdracht antwoord
Tussen welke aanhechtingsplaatsen bevindt zich een spier die bij samentrekking een inademing veroorzaakt? Leg je antwoord uit.
Tussen Q en S. Als deze spier samentrekt, gaat de borstkas omhoog en worden de longen. 

Slide 5 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • Video 'Waarom is roken slecht?' --> 1.5 min.
  • Uitleg 1.7 --> Roken en blowen
  • Video de effecten van roken --> 2 min.
  • Video snus --> 2 min.
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 6 - Slide

Verbranding en ademhaling
1.1 Stofwisseling
1.2 Verbranding koudbloedig en warmbloedig
1.3 Het ademhalingsstelsel
1.4 Ademhalen
1.5 Gezonde luchtwegen
1.6 Ademhaling bij dieren
1.7 Roken en blowen
1.8 Koudbloedig en warmbloedig

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Koudbloedig
Warmbloedig

Slide 10 - Slide

Koudbloedig
  • Lichaamstemperatuur = omgevingstemperatuur
  • Hoe hoger de temperatuur hoe meer verbranding er in de cellen plaatsvindt.
  • Weinig verbranding --> 
weinig energie beschikbaar 
voor het dier.

Slide 11 - Slide

Winterslaap
Winterrust

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Warmbloedig
  • Constante lichaamstemperatuur
  • Voortdurend veel verbranding
  • Zoogdieren en vogels
  • Isolatie: vetlaag, vacht, veren
  • Trek
  • Voordeel: actief bij koud weer
  • Nadeel: kost (veel) meer energie
  • 5-20 x meer eten nodig met name bij koud weer

Slide 14 - Slide

Winterslaap
Koudbloedige dieren houden vooral winterslaap. Daardoor overleven zij de kou.

(zij kunnen niet bewegen door de kou)

Slide 15 - Slide

Warmbloedig
  • Lichaamstemperatuur constant gedurende het jaar.
  • Er vindt voortdurend verbranding plaats --> veel energie
  • Door de energie kunnen warmbloedige dieren ook           's winters actief zijn. 

Slide 16 - Slide

Warmbloedig
  • Om lichaamstemperatuur vast te houden hebben warmbloedige dieren isolatie. 
  • Andere oplossing: de trek
  • Sommige dieren (vooral vogels) trekken 's winters weg naar warmere gebieden.

Slide 17 - Slide

's Winters is het koud, dus om warm te blijven moeten warmbloedige dieren veel ... energie verbruiken? Daardoor moeten ze ook ... eten
A
meer, minder
B
minder, meer
C
meer, meer
D
minder, minder

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
Lezen 1.8
Maken opdracht 1

Klaar? Maak de samenvattingsopdrachten (opdracht 4  of 5) start op bladzijde 11.  





Slide 19 - Slide